Binnenland

Drijvende kassen in het Westen is haalbaar

Het is mogelijk om de aanleg van waterbergingsgebieden in Zuid- en Noord-Holland te combineren met drijvende kassen. De investeringskosten zijn hoger, maar het scheelt de helft in ruimte en de kassen op het water zijn veel milieuvriendelijker.

Regioredactie
26 November 2002 08:04Gewijzigd op 13 November 2020 23:58

Dat blijkt uit een maandag in het Zuid-Hollandse provinciehuis gepresenteerde haalbaarheidsstudie ”Drijvende Kassen”, die bouw- en infraconcern Dura Vermeer Groep in samenwerking met verschillende onderzoeksinstituten en adviesbureaus heeft uitgevoerd.

Volgens drs. E. Holleman, projectleider van het onderzoek, blijkt het bouwen van kassen op het water in tegenstelling tot wat eerder werd vermoed heel wel mogelijk. Kascomplexen van enkele hectares kunnen vrij eenvoudig verrijzen op aan elkaar gekoppelde pontons. Deze pontons van 2,5 x 5 meter zijn voorzien van een buizenstelsel met aan de bovenzijde openingen, waardoor de gas- en waterhuishouding op iedere gewenste plek in de kas geregeld kan worden. Aan- en afvoer van grondstoffen en producten heeft plaats via drijvende wegen.

De onderzoekers hebben zich gericht op permanent drijvende kassen, zodat een minimale waterlaag noodzakelijk is. Een stijging van de waterstand met pakweg 0,5 meter tot 3 meter is geen probleem. „De kassen kunnen een plek krijgen in bergingsgebieden die zowel voor de opvang van pieken als voor seizoensoverlast zijn ingericht”, aldus Holleman. Die worden extra aantrekkelijk wanneer de oevers op een natuurvriendelijke wijze worden afgewerkt. Ook kunnen de waterkanten een recreatieve bestemming krijgen.

Holleman acht vooral voormalige droogmakerijen geschikt. De kassen passen daar prima in het landschap. Er zijn geen juridische belemmeringen voor de drijvende kassen. Wel is, net als bij grootschalige kassenbouw op het land, een milieueffectrapportage vereist. De onderzoekers hebben een model voor een kassengebied van ongeveer 100 hectare levensecht uitgewerkt. Daarbij is gekeken naar Rijsenhout, een gebied nabij Haarlemmermeer.

Grofweg acht Holleman dat drievijfde van een waterbergingsgebied geschikt is voor benutting door de tuinbouw. De kosten voor exploitatie en beheer zijn gelijk aan die van traditionele kassen. De aanlegkosten daarentegen zijn 10 tot 15 procent hoger, vooral als gevolg van de aanleg van voor vrachtverkeer geschikte drijvende wegen. Daarbij hebben de onderzoekers de investering vergeleken met de totale kosten van bouwen op het land en aparte aanleg van waterbergingsgebieden. Het kostenverschil wordt kleiner naarmate grootschalig wordt gebouwd.

„Voor een eerste versie zal zeker een overheidssubsidie nodig zijn”, verwacht Holleman, die wijst op de grote voordelen. Naast een enorme ruimtewinst hebben de drijvende kassen milieuvoordelen. De uitstoot van CO(in2( en bestrijdingsmiddelen is lager. Verder is een verregaande energiebesparing mogelijk door gebruik te maken van het omringende water voor warmteopslag.

Het eerste rapport is maandag aangeboden aan staatssecretaris Van Geel (VROM). Een stuurgroep onder leiding van F. Tielrooij, oud-voorzitter van de commissie waterbeheer 21e eeuw, met onder anderen vertegenwoordigers van waterschappen en de glastuinbouwsector hebben het onderzoek geleid.In samenwerking met de provincies Zuid-Holland en Noord-Holland wordt al gewerkt aan een plan om een eerste proefkas te bouwen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer