Slachtoffers geweld negeren Schadefonds
Het overgrote deel van de slachtoffers van geweldsmidrijven laat ten onrechte het Schadefonds Geweldsmisdrijven van het ministerie van Justitie links liggen. Dit blijkt uit een onderzoek dat het Schadefonds heeft laten verrichten.
Slachtoffers van misdrijven als diefstal met geweld, mishandeling, verkrachting of huiselijk geweld kunnen voor financiële hulp bij het fonds aankloppen. Uit het onderzoek blijkt dat 80 procent van de slachtoffers dit niet doet. In een vervolgonderzoek wil het fonds helder krijgen waarom slachtoffers dit nalaten.Het Schadefonds gaat samen met politie en afdelingen spoedeisende hulp van ziekenhuizen actief op zoek naar slachtoffers.
Het Schadefonds werkt intensief samen met Slachtofferhulp Nederland, dat veel mensen doorverwijst naar het fonds. Toch meldt ook een grote groep slachtoffers, die mogelijk in aanmerking komt voor een uitkering, zich niet bij Slachtofferhulp.
Een aantal politiekorpsen geeft voorlichting over het fonds. Het Schadefonds zelf maakt voor bepaalde misdrijven, zoals zedendelicten en huiselijk geweld, voorlichtingsfolders, die via de afdeling Zeden van de politie worden verspreid.
Naast de spoedhulpafdelingen van ziekenhuizen heeft het fonds ook contact gezocht met een aantal brancheorganisaties, zoals de Federatie Goud en Zilver en het Hoofdbedrijfschap Detailhandel, om op die manier meer slachtofers te bereiken.
Jaarlijks dienen circa 7000 slachtoffers een aanvraag in bij het Schadefonds, dat wordt beheerd door een onafhankelijke commissie. Het fonds geeft een eenmalige uitkering voor materiële schade (werkelijk gemaakte kosten, maximaal 22.700 euro) en immateriële kosten (smartengeld, maximaal 9100 euro).