Schietpartij Georgië steeds schimmiger
De onduidelijkheid rond de vermeende beschieting, gisteren, van de autocolonne met de presidenten van Georgië en Polen neemt toe. Rusland heeft in ieder geval al gezegd niets met de zaak te maken te hebben.
Een volksvertegenwoordiger en de voorzitter van het Georgische parlement zeiden gisteren dat een colonne die de Georgische president Michail Saakasjvili en zijn Poolse ambtgenoot Lech Kaczynski vervoerde, vanuit Zuid-Ossetië was beschoten in de buurt van een controlepost. Maar Kaczynski zei later op een persconferentie die hij samen met Saakasjvili gaf dat hij niet wist of er op de auto’s was geschoten of dat er schoten in de lucht waren gelost.Niettemin toonde het incident volgens Saakasjvili eens te meer de onbetrouwbaarheid van de Russen aan: „Eerlijk gezegd had ik er niet op gerekend dat de Russen zouden schieten. De waarheid is dat je met onvoorspelbare mensen te maken hebt. Ze waren niet blij om onze gast te zien en ze waren ook niet blij om mij te zien.”
Kaczynski, die in Georgië op bezoek was ter gelegenheid van het feit dat de Rozenrevolutie daar vijf jaar geleden plaatsvond, zei dat er geschoten werd op zo’n 30 meter van de colonne. Hij wist niet of er gericht was geschoten, maar het incident maakt volgens hem wel duidelijk dat het door Frankrijk bemiddelde staakt-het-vuren na de oorlog tussen Rusland en Georgië om Zuid-Ossetië in augustus zwak in elkaar steekt.
De Russische staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, Grigori Karasin, hield vol dat er helemaal niet was geschoten. Het Russische ministerie van Defensie noemde de Georgische beschuldigingen „een provocatie.”
Intussen heeft een voormalige bondgenote van president Michail Saakasjvili, Nino Boerjanadze, gisteren een nieuwe oppositiepartij gelanceerd.