Vals getuigenis
Die valse getuigen zouden voor de Joodse raad in deze vorm gesproken kunnen hebben: Hoogachtbare raadsheren, die hier als rechters op Mozes’ stoel zitten en zijn plaats bekleden. Wij hebben het niet van horen zeggen, maar wij hebben het met onze eigen oren, als geloofswaardige oorgetuigen, gehoord. Deze Stefanus heeft gesproken over die valse profeet Jezus de Nazaréner, zoals men hem noemt, die nog geen twee jaar geleden met zijn valse leer het gehele land in rep en roer heeft gebracht. Door onze oversten is hij rechtvaardig aan het kruis ter dood gebracht. Deze Jezus, Die zich van het kruis niet eens verlossen kon, zou immers deze heilige plaats en tempel afbreken en ondersteboven keren. Alsof hij weer levend was geworden, zoals zijn discipelen vertellen. Deze Stefanus zegt ook dat deze gekruiste Jezus onze zeden zal veranderen, zeden die ons Mozes heeft overgeleverd. Welk een godslastering is dit, wij beven ervan, (zeiden die valse getuigen).
Ik zeg u dat u valse getuigen bent, ja, Belialsmannen! Ik wil wel geloven dat Stefanus dit gezegd heeft, zoals hij dit voor de hogepriester ook heeft bevestigd. Maar hij heeft er een nadere verklaring aan toegevoegd en die lieten de valse getuigen weg.Johannes Barueth, predikant te Dordrecht (”Historie van de H. Stéphanus”, 1770)