Advocaat directeur vuurwerkbedrijf tevreden
„Een volkomen terechte uitspraak van de wrakingskamer”, zo luidt de reactie van G. Meijers, advocaat van S.E. Fireworksdirecteur W. Pater, op de geslaagde wraking van het hof in Arnhem „Het tussenarrest van het hof kon echt niet en het college heeft zichzelf ermee in de voet geschoten.”
Volgens Meijers heeft het hof er bij het begin van de behandeling van de zaak blijk van gegeven alleen oog te hebben voor de vraag of de beschuldigingen van het Openbaar Ministerie aan het adres van S.E. Fireworksdirecteuren bewezen kan worden. „Al onze verzoeken om getuigen te horen, bedoeld om de zaak in een breder kader te plaatsen dan alleen de schuldvraag, zijn met dooddoeners afgewezen”, aldus Meijers.
Hij en zijn collega J. Plasman, die indiener van het geslaagde wrakingsverzoek, wilden onder anderen de behandelend officieren van justitie uit Almelo en de wegens de fatale brandstichting veroordeelde A. de V. als getuigen bij het hof horen. Ook hadden zij gevraagd om nader onderzoek van vuurwerkresten en een schaalreconstructie van het verloop van de ramp. De gewraakte kamer van het hof wees vrijwel alle verzoeken af.
Meijers heeft maandagmiddag contact gehad met zowel het Openbaar Ministerie als het hof over het vervolg van de zaak. „Het hof zal zich uit de zaken van Pater en De V. terugtrekken, zo is mij aangekondigd”, aldus de raadsman. De wraking heeft volgens hem een „ontregelend” effect. De behandeling van de zaken zal naar verwachting drie tot vier maanden vertraging oplopen, aldus Meijers. Bovendien zal het voor het gerechtshof in Arnhem niet eenvoudig zijn drie andere rechters in stelling te brengen.
Buiten de gewraakte kamer hebben zich al negen raadsheren van het hof op enig moment met de zaak bemoeid en dat zou hen ongeschikt maken om de zaken tegen Bakker, Pater en De V. te behandelen. Een zogeheten beklagkamer heeft een verzoek tot vervolging van verschillende overheden en ambtenaren beoordeeld, de wrakingskamer heeft een oordeel uitgesproken en er is een kamer geweest die zich over de voortduring van de voorlopige hechtenis van De V. heeft gebogen.