Zeeuws-Vlaamse schapen in het nauw
Nergens in Europa leven zo veel verschillende schapenrassen bij elkaar. Schapenpark Goede Hope in Hoofdplaat telt er maar liefst 44. De toekomst van de beesten is ongewis. De aanleg van natte natuur pal naast de boerderij maakt uitbreiding -en daarmee bedrijfsopvolging- onmogelijk, zegt eigenaar Jan van Erp.
Hij windt zich opnieuw op als hij eraan terugdenkt. Twee jaar geleden kregen Van Erp (61) en zijn vrouw Miek te horen dat de graslanden aan weerszijden van hun schapenfarm annex zorgboerderij waren aangewezen voor natuurcompensatie. Natuur die verloren gaat als gevolg van verdieping van de Westerschelde moet immers elders worden gecompenseerd. „Drie dagen voor de openbaarmaking kregen wij bericht van de provincie Zeeland. Zonder dat met ons enig overleg was gepleegd.”Had Van Erp geweten dat de grond te koop kwam, dan had hij vast en zeker geprobeerd de grond zelf te verkrijgen, zegt hij. Daarmee had hij de toekomst van zijn bijzondere schapenfarm veilig kunnen stellen. „De gezondheid van mij en m’n vrouw laat het niet toe om nog lang door te gaan. We hebben een opvolgster die dolgraag ons bedrijf wil voortzetten, maar in de huidige vorm is het voor haar niet rendabel. Daarom is uitbreiding noodzakelijk.”
Negen jaar geleden betrok Van Erp de achttiende-eeuwse hoeve Goede Hope in Hoofdplaat, op verzoek van de toenmalige gemeente Oostburg. De gemeente zag een toeristische trekker in de schapenfarm. De hoeve telt inmiddels ruim 400 schapen van 44 verschillende rassen. Daaronder zitten heel bijzondere, zegt Van Erp. „We hebben hier bijvoorbeeld de Karakul, het oudste ras ter wereld. Die liep al rond in de velden van Efratha.”
Goede Hope trekt jaarlijks zo’n 4000 bezoekers, zegt Van Erp. Driemaal per week geeft de boer een rondleiding van 2,5 uur. Uit de enthousiaste reacties in het gastenboek valt te lezen dat hij dat met verve doet. Van Erp: „Schapen hoeden en fokken -in de meest zuivere lijn- is ons doel. We willen mensen liefde voor schapen bijbrengen. Ik zeg altijd: „Voor elk mens is er een schaap.””
Pogingen om met de provincie om tafel te gaan en te zoeken naar een gezamenlijke oplossing, mislukten. Van Erp diende een voorstel in om zijn schapen een plek te geven in de 21 hectare natte natuur die momenteel rondom zijn boerderij wordt aangelegd. Bij de provincie trof hij echter geen enkele bereidheid om mee te denken. „Schapen passen hier niet, zeggen ze steeds. Maar intussen willen ze wel Belgische wit-blauwe runderen laten grazen, terwijl dat ook geen natuurras is.”
Als er geen oplossing komt voor Van Erp en zijn schapen, raken ook de vier verstandelijk gehandicapten die op zijn farm werken hun plekje kwijt. „De farm functioneert ook als zorgboerderij, de eerste van Zeeland. Elke dag hebben we hier twee mensen lopen, voor wie het verzorgen van de schapen alles is. Zij moeten straks boeten voor de waanzin van de natuurcompensatie.”
Wanneer het daarover gaat, raakt Van Erp geagiteerd. „Het is kolder. Waarom moet er natuur worden gecompenseerd omdat de Schelde wordt uitgediept? Ze beschadigen daar toch geen natuur? Bovendien, de grootste containerschepen kunnen er nu al gewoon doorheen. Dat wij híér moeten opdraaien voor de Belgische havens is belachelijk.”
Het provinciebestuur van Zeeland deelt Van Erps mening niet. „Wij zijn gewoon gehouden aan de natuurcompensatie”, zegt gedeputeerde M. J. Wiersma (GroenLinks). „Doen we dat niet, dan tikt Brussel ons op de vingers.” Wiersma zegt het te betreuren dat de schapenboerderij wellicht verdwijnt. „Het plan van de heer Van Erp om schapen in het natuurgebied te laten grazen, past niet. Er zouden rasters moeten komen om de ruim veertig soorten gescheiden te houden en dan krijg je een kinderboerderijeffect.”
Volgens Wiersma is er het afgelopen halfjaar driftig gezocht naar een uitweg. „We hebben anderhalve hectare grond aangeboden, dicht bij de huidige locatie. Dat vond Van Erp niet genoeg. Onze oplossing past niet bij Van Erp en zijn oplossing past niet bij ons.”
Een bedrijfsverplaatsing is Van Erps enige hoop, al gelooft hij er zelf nauwelijks meer in. „Als de provincie niet met iets anders komt dan is het gedaan met de Goede Hope.”