Kritiek op auto-industrie VS zwelt aan
Ze kwamen deze week naar Washington gevlogen in hun bedrijfsvliegtuigen. Topman Richard Wagoner van General Motors, zijn collega Alan Mulally van Ford en Chryslertopman Robert Nardelli. In de Senaat drongen zij aan op „minstens” 25 miljard dollar financiële hulp, omdat „een essentieel deel van het Amerikaanse bedrijfsleven anders wel eens ten onder kan gaan.” Voorlopig staan ze nog met lege handen.
„Jullie komen hiernaartoe gevlogen in bedrijfsvliegtuigen, terwijl jullie veel beter -en goedkoper- een van de 24 lijnvluchten van Detroit (het centrum van de Amerikaanse auto-industrie, KC) naar Washington hadden kunnen nemen. Het lijkt op iemand die in smoking aanklopt bij de gaarkeuken en daar om hulp vraagt”, luidde het sarcastische commentaar van Democratisch afgevaardigde Gary Ackerman. Geen commentaar van de drie autobonzen, die vervolgens hun beleid verdedigden en de huidige economische crisis de schuld gaven van hun problemen. Daarom hebben zij naar eigen zeggen financiële hulp nodig.„Onzin. Kostbaar belastinggeld in bedrijven stoppen die weigeren te saneren, betekent dat de ondergang van deze industrietak alleen maar wordt uitgesteld”, aldus Mitt Romney, oud-gouverneur van Massachusetts en een van de kandidaten die in de Republikeinse voorverkiezingen verloor van John McCain. Romney pleit voor een radicale sanering van de Amerikaanse auto-industrie en hij heeft enig idee waarover hij spreekt. Zijn vader George Romney saneerde indertijd American Motors, voordat hij in de politiek ging.
Volgens Romney kunnen de Amerikaanse autoproducenten het beste failliet gaan. „Via onze faillissementswetgeving, die ingrijpende saneringen eist, moet dan in de eerste plaats het falend management van Chrysler, Ford en GM worden ontslagen. Vervolgens moeten we af van wat ik noem de „oneigenlijke molensteen” om de nek van de auto-industrie: de pensioenlasten en de verplichtingen in de zorgverzekering.”
Moet men die dan afschaffen ? „Nee, maar men moet die onderbrengen in onafhankelijke fondsen, zodat de kosten van deze verplichtingen niet wegen op de productiekosten van Amerikaanse auto’s. Door deze molensteen kost elke Ford bijvoorbeeld al 2000 dollar, nog voordat er iets is gebouwd. Geen wonder dat wij gestaag marktaandeel verliezen op de internationale concurrentie”, aldus Romney.
Edward Altman, hoogleraar economie aan de universiteit van New York, geeft Romney gelijk. „Daar komt bij dat Amerikaanse producenten veel te traag zijn geweest in het ontwikkelen van zuiniger en lichtere auto’s van een kwaliteit die zich kan meten met de internationale concurrentie. De huidige economische crisis doet hen misschien de das om, maar hun gestaag dalende marktaandeel hier in de VS duidde er allang op dat zij producten op de markt brachten die de consument afwees. Dat duidt op falend management, en dat kun je niet opvangen met 25 miljard aan overheidshulp”, meent Altman.
Zou het inderdaad een „catastrofe” zijn als een van de ”grote drie” van Amerika failliet zou gaan? „Het zou pijnlijk zijn, maar het is in de metaalindustrie en in andere sectoren ook gebeurd, vaak met positieve gevolgen. Detroit chanteert Washington met een doemscenario en vraagt vervolgens een blanco cheque, zonder daar een bedrijfssanering tegenover te stellen. Het parlement heeft gelijk dat te weigeren. Wagoner en zijn maten proberen hun huid te redden, maar de auto-industrie is volgens mij alleen te redden als zij verdwijnen en er een radicale sanering volgt”, besluit Altman.