Binnenland

Helpende hand voor illegale patiënt

Het bieden van medische en psychosociale zorg aan kwetsbare groepen. Dat is al 25 jaar de doelstelling van Stichting Kruispost. De christelijke organisatie die in 1983 van start ging maakt deel uit van Oudezijds 100, een oecumenische leefgemeenschap op de wallen in Amsterdam. Vrijdag staat de instelling op het symposium ”Wie helpen de kwetsbaren?” stil bij het zilveren jubileum.

21 November 2008 10:36Gewijzigd op 14 November 2020 06:46
Jaarlijks noteert de Kruispost, een medisch centrum in hartje Amsterdam, circa 8000 consulten. Ongeveer 90 procent van de patiënten is van buitenlandse komaf. Foto RD, Anton Dommerholt
Jaarlijks noteert de Kruispost, een medisch centrum in hartje Amsterdam, circa 8000 consulten. Ongeveer 90 procent van de patiënten is van buitenlandse komaf. Foto RD, Anton Dommerholt

Ze weten de weg naar de Kruispost feilloos te vinden. Zowel autochtone dak- en thuislozen als buitenlanders die illegaal in Nederland zijn, kloppen dagelijks aan bij het medisch centrum in hartje Amsterdam. Al 25 jaar staat de christelijke organisatie klaar voor niet-verzekerden met gezondheidsproblemen. „Die mensen zíjn hier nu eenmaal en ze zijn ziek. Dus hebben ze hulp nodig.”Op deze druilerige dinsdagochtend klinken zachte accordeonklanken over een van de grachten in het centrum van Amsterdam. Midden op een brug biedt een jonge, Oost-Europees ogende vrouw passanten een muzikaal onthaal. Drie agenten die langslopen, keuren haar geen blik waardig. Veel volk is er nog niet op straat.

Bij de Kruispost aan de Oudezijds Voorburgwal loopt de wachtkamer vanaf tien uur langzaam maar zeker vol. Bij de receptie hangt een ”Nurses’ prayer” (gebed van een verpleegkundige). De twee artsen die spreekuur houden, moeten voortdurend schakelen tussen verschillende talen. Een van de patiënten spreekt vrijwel alleen Portugees, anderen kunnen zich in het Engels, Frans of Nederlands verstaanbaar maken.

Een Afrikaanse man heeft sinds twee dagen ernstige braakneigingen, die duidelijk zichtbaar en hoorbaar zijn. Omdat de diagnose niet eenvoudig blijkt vast te stellen, wordt coördinerend arts Hannie van der Wensch, sinds 1991 in dienst van de Kruispost, erbij geroepen. Ze stelt voor een urinetest te doen. Die wijst uit dat de man mogelijk aan diabetes lijdt. Reden om hem te verwijzen naar een plaatselijk ziekenhuis.

Zwervers
Duizenden patiënten zonder ziektekostenverzekering wisten sinds 1983 de weg naar de Kruispost te vinden. Het medisch centrum ontstond vanuit de christelijke leefgemeenschap Oudezijds 100, die zich in 1955 in Amsterdam vestigde. Directe aanleiding voor de oprichting van de medische tak was de sluiting van twee grote ziekenhuizen in de binnenstad. Deze hielpen tot dan toe regelmatig „zwervers en andere mensen aan de rand van de samenleving”, aldus Van der Wensch.

De coördinerend arts, de maatschappelijk werkers en een schoonmaker zijn de enigen die voor hun werk bij de Kruispost worden betaald. De hulpdienst drijft voor een belangrijk deel op de vrijwillige inzet van tientallen receptionisten en artsen uit het hele land. Zij draaien regelmatig een ochtend- of avonddienst. „Ik heb bewondering voor al die mensen, die dat soms al meer dan tien jaar doen”, zegt Van der Wensch. Onder hen zijn een chirurg, een dermatoloog en een psychiater. De laatste heeft te maken met een toenemend aantal patiënten dat zich met een posttraumatische stressstoornis bij de post meldt.

Jaarlijks noteert de Kruispost circa 8000 consulten. Ongeveer 90 procent van de patiënten is van buitenlandse komaf. „In het begin hadden we vooral veel mannen uit Noord-Afrika, Egypte, Marokko, Ghana en Nigeria, die hier illegaal verbleven. De laatste jaren komen er steeds meer vrouwen op het spreekuur, vaak afkomstig uit Zuid-Amerika”, zegt Van der Wensch.

Hondje
De medische klachten die de revue passeren, komen voor een belangrijk deel overeen met die van de bezoekers van reguliere huisartsenposten. „In deze tijd van het jaar zien we veel mensen met luchtweginfecties. Ook longontsteking komt regelmatig voor. Normaal gesproken kruipt iemand die dat laatste heeft in bed, maar de mensen die hier komen, hebben niet altijd een bed. We geven dan niet alleen antibiotica, maar proberen ook een opvangplek te regelen.”

De medewerkers komen regelmatig „dramatische” situaties tegen. Broeder Luc Tanja, verbonden aan de oecumenische leefgemeenschap Oudezijds 100, noemt als voorbeeld gedetineerden die op vrije voeten komen. „Het komt meer dan eens voor dat ze op vrijdagmiddag om drie uur te horen krijgen dat ze om vijf uur worden vrijgelaten. Vervolgens worden ze met niets of met enkel een strippenkaart op straat gezet. Als ze hier komen omdat ze gezondheidsproblemen hebben, is het enorm lastig om hun medische dossiers op te vragen. Dat zijn heel vervelende situaties”

Sommige patiënten blijven de medewerkers in het bijzonder bij. Van der Wensch noemt als voorbeeld een man die als etaleur bij de Bijenkorf had gewerkt, maar aan lager wal was geraakt. „Als het Koninginnedag was geweest, liep hij met zijn hond door het Vondelpark. Als het beestje begon te eten van vleesresten die op straat lagen, at die man de rest ervan zelf op. Regelmatig kwam hij met zijn hondje bij ons langs om zijn bloeddruk te laten meten.”

Emmer bloemen
Soms reikt de hulp van de Kruispost verder dan medische zorg. „Een man die was vastgelopen, wilde op een gegeven moment gaan solliciteren als treinsteward, maar had geen nette kleding. We leenden hem 100 gulden om iets te kopen. Dat was een gok, maar hij heeft inderdaad kleren gekocht, is op gesprek geweest en werd aangenomen. Twee dagen later stond hij op de stoep met een grote doos gebak en een emmer met bloemen.”

Gedurende de 25 jaar dat Kruispost hulp heeft kunnen bieden is het probleem van het illegale verblijf van mensen in Nederland niet afgenomen. Tanja: „We richten ons op medische zorg, want mensen die hier komen zíjn nu eenmaal in ons land en ze zijn ziek. Dus hebben ze hulp nodig.”

Als de situatie het toelaat, brengen medewerkers van de Kruispost ook de vraag „hoe het verder moet met hun leven” ter sprake. „Kunnen ze legaal in Nederland blijven, kunnen ze terug naar hun eigen land of doorreizen naar een ander land? Een verblijf in de illegaliteit biedt geen perspectief. We willen samen met mensen zoeken naar oplossingen. Slechts een enkele keer gaan ze daarop in.”

Meer informatie: www.oudezijds100.nl/kruispost.


„Vergeet de kwetsbaren niet”

Goed nieuws. Zo bestempelt broeder Luc Tanja de recente sluiting van talloze bordelen in de rosse buurt van Amsterdam. Toch is hij niet zonder zorg over de toekomst van zijn stadsdeel. „Blijft er ruimte voor kwetsbare groepen?”

Sinds 1991 maakt de geboren Hagenees deel uit van de oecumenische leefgemeenschap Oudezijds 100 op de wallen in Amsterdam. Samen met zijn vrouw behoort hij tot de twaalf kernbewoners van de communiteit. Ooit studeerde hij af als politicoloog. „Dat is het enige wat ik in mijn leven heb bereikt”, zegt hij met gevoel voor zelfspot. „Het leven in een gemeenschap is goed voor mij. Ik vermoed -en soms wéét ik het- dat God dit van mij vraagt.”

De buurt waarmee hij zich nauw verbonden weet, veranderde in de loop der jaren. „Toen ik hier kwam, was de seksindustrie al overweldigend zichtbaar aanwezig. De Zeedijk was schoongeveegd, maar er hingen nog steeds grote groepen verslaafden op straat rond. De aanwezigheid van pooiers wisselt in de loop der jaren sterk. Op dit moment zien we er weer meer dan enkele jaren geleden.”

Het aantal dak- en thuislozen dat in de omgeving rondloopt, nam de afgelopen vijftien jaar af, zegt broeder Luc, maar hij is er niet gerust op dat de mensen die uit beeld verdwenen goed zijn terechtgekomen. Ook signaleert hij dat de buurt „”veryupt”. Huizen worden opgeknapt en voor hoge prijzen verkocht. Dat is aan de ene kant goed voor de wijk, die er nu mooier uitziet. Het komt echter steeds meer voor dat mensen hier alleen maar wonen. Hun werk en hun vertier zoeken ze elders. Voor de sociale samenhang in de buurt is dat niet positief”

Prostitutie
De ontwikkelingen op de wallen staan regelmatig op de Amsterdamse politieke agenda. Deze week nog sprak de gemeenteraad over het prostitutiebeleid. Komende maand ontvouwt wethouder Asscher zijn toekomstvisie op het postcodegebied 1012, waarvan de rosse buurt onderdeel is.

Broeder Luc volgt de discussies met meer dan gemiddelde belangstelling. „Als gevolg van de Wet Bibob zijn het afgelopen jaar veel bordelen en seksshops gesloten. Als christen ben ik daar blij mee. Ik bespeur bij wethouder Asscher oprechte boosheid over de uitbuiting van vrouwen.”

Toch plaatst hij ook enkele kanttekeningen bij de in gang gezette ontwikkeling. „Waar zijn de vrouwen die in de bordelen werkten heen gegaan? Niemand die het weet. Bordelen zijn vervangen door naaiateliers. Als je hoort wat de omzet daarvan is, sluit ik niet uit dat in een deel daarvan op termijn opnieuw bordelen komen.”

Bij de herinrichting van de wallen spelen economische motieven volgens broeder Luc een belangrijke rol. „Het doel is meer geld te verdienen aan andere groepen toeristen. Daar heb ik op zich niets op tegen, maar mijn grote zorg is intussen wel wat de gevolgen van dat beleid zijn voor kwetsbare groepen in de samenleving. Blijft er voor hen nog ruimte in deze buurt? Zij kunnen gemakkelijk uit het oog worden verloren.” Zijn bewogenheid beperkt zich overigens niet tot buurtbewoners die zich vooral afvragen wanneer ze hun volgende dosis drugs kunnen scoren, maar betreft net zo goed „de yup die verslaafd is aan zijn werk en aan zijn bankrekening.”

Bidden
Samen met de andere bewoners van de leefgemeenschap ziet broeder Luc het als zijn taak in hartje Amsterdam aanwezig te zijn. „Ik geloof dat God van me vraagt voor de mensen om me heen te bidden. Omdat ik zelf weinig discipline heb, is het goed dat ik in een gemeenschap leef. Twee keer per dag rinkelt er een belletje en komen we samen voor gebed.”

De gemeenschap is ook met sociale activiteiten present in de buurt. Zo is Oudezijds 100 een inloopadres waar mensen terechtkunnen voor een kop koffie of thee en een praatje. Een aantal mensen met problemen kan tijdelijk een plek in de leefgemeenschap krijgen. En met Stichting Kruispost biedt de communiteit medische zorg aan niet-verzekerden.

Welke plaats neemt het Evangelie bij de diverse activiteiten in? Broeder Luc: „Wij vragen niet bij de tweede kop koffie of mensen Jezus in hun hart hebben aangenomen. Onze insteek is er voor hen te zijn en een vriendschapsband op te bouwen, waarbij vragen over het geloof uiteraard ter sprake kunnen komen. Mensen die hier komen weten dat.”

Broeder Luc vindt het positief dat het centrum van Amsterdam, waar de schaduwzijden van de samenleving zich nadrukkelijk manifesteren, verscheidene christelijke initiatieven kent. „Wij zijn op onze manier bezig. Dat is goed en past bij mijn karakter, maar er is meer. Het is ook nodig dat er groepjes mensen op straat staan te zingen of Bijbels uitdelen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer