VVD omarmt christelijke traditie
Het is een misverstand om te denken dat de VVD zich niet altijd schatplichtig gevoeld heeft aan de joods-christelijke traditie, betoogt Mark Rutte. Maar voor wie dat niet besefte, kan de nieuwe beginselverklaring van de liberalen dit misverstand wegnemen.
Tijdens het partijcongres vorige week zaterdag heeft de VVD op mijn voorspraak een nieuw beginselprogramma aangenomen. Het oude document, dat uit de vroege jaren tachtig stamde, week op belangrijke punten zozeer af van de maatschappelijke werkelijkheid anno 2008 dat herschrijven een kwestie van uiterste noodzaak was geworden. De beginselverklaring van 1980 had bijvoorbeeld niets te zeggen over zaken als immigratie, integratie, globalisering, terrorisme, of de verhouding tussen markt en milieu.Niet minder belangrijk was dat het oude document enkele tijdloze VVD-waarden leek te zijn vergeten. Waarden die in het politieke debat van vandaag weer een centrale rol spelen, zoals het belang van het Nederlanderschap en de onaantastbaarheid van de culturele grondslagen van de Nederlandse samenleving.
Uit de commentaren in deze krant spreekt een zekere verbazing over het feit dat het nieuwe beginselprogramma van de VVD ook de joods-christelijke traditie expliciet tot deze culturele grondslagen rekent. ”VVD verwijst weer naar Christendom”, stelde deze krant maandag vast.
Er mag echter geen twijfel over bestaan dat de VVD zich ook de afgelopen decennia wel degelijk bewust was van het feit dat de joods-christelijke traditie de Nederlandse samenleving diepgaand heeft beïnvloed. Het nieuwe beginselprogramma vormt wat dat betreft zeker geen trendbreuk.
Afgescheidenen
De joods-christelijke traditie, met haar specifieke waarden en moraal, is voor de VVD altijd (mede)bepalend geweest voor de Nederlandse identiteit, een identiteit die wordt gevoed door christelijke waarden als vergeving, rechtvaardigheid, hoop en adagia als ”doet gij bij een ander niet wat gij niet wil dat bij u geschiedt” en ”heb uw naasten lief”. Deze joods-christelijke waarden vormen het moreel kapitaal van Nederland.
De invloed van de joods-christelijke traditie reikt overigens verder dan alleen de cultuur. De eerste functie van de staat, die van de rechtshandhaving, is gebaseerd op het christelijke inzicht dat de mens behalve een vermogen tot het goede helaas ook een zekere geneigdheid tot het kwade bezit. Als mensen engelen waren, bestond er immers geen noodzaak een overheid in te stellen.
De doctrine van de machtenscheiding is een product van dit besef. In een onvolmaakte wereld ligt het voor de hand dat ook staatsmacht niet volmaakt zal zijn. Een systeem van elkaar in evenwicht houdende machten kan ervoor zorgen dat staatsmacht in ieder geval geen staatsalmacht wordt.
Een andere staatsrechtelijke toepassing van dit beginsel is er een die leden van mijn partij net zo dierbaar is als de lezers van deze krant, namelijk de scheiding van kerk en staat. Die beschermt immers net zozeer de kerk tegen staatsinmenging als de staat tegen religieuze overheersing.
Tussen haakjes: dat zelfs de grootste aller liberalen, Johan Thorbecke, deze doctrine in het geval van de afgescheidenen van 1834 verzuimde toe te passen, is voor ons liberalen nog altijd een bron van droefenis. Het feit dat hij later wel weer actief voor hun geloofsvrijheid opkwam, maakt het oorspronkelijke verzuim niet goed, maar pleit wel voor zijn karakter
Het goede leven
Het weer in de beginselverklaring opnemen van een verwijzing naar het belang van het joods-christelijke erfgoed moet niet worden gezien als een oproep tot bekering tot het geloof. Geloof kan en mag immers nooit van staatswege worden opgelegd.
Zoals de nieuwe beginselverklaring duidelijk maakt, is volgens de VVD de joods-christelijke traditie ook niet de enige in onze samenleving doorwerkende culturele krachtbron. Minstens zo belangrijk zijn de intellectuele tradities van humanisme en verlichting, die deels van het christendom zijn afgeleid en er deels haaks op staan. Samen vormen deze drie tradities een soort cultureel systeem van ”checks and balances” dat voor een vrije samenleving onmisbaar is.
Het liberale ideaal is een samenleving waarin ieder mens vrij is een eigen invulling te geven aan het goede leven. Een samenleving waarin vrijuit over ultieme waarden kan worden gesproken en waarin mensen ook vrijelijk met elkaar over deze ultieme waarden van mening kunnen verschillen, zowel achter gesloten deuren als in de publieke sfeer.
Het was zoals gezegd een misverstand te denken dat de VVD niet besefte dat dit ideaal schatplichtig is aan de joods-christelijke traditie. Maar als wij dat misverstand met deze nieuwe beginselverklaring uit de wereld kunnen helpen, is dat wat mij betreft een goede zaak.
Mark Rutte is voorzitter van de Tweede Kamerfractie van de VVD.