Woningaanpassing bij ziekte soms aftrekbaar
Als je ziek bent, kan dat flink in de papieren lopen. Medicijnen, een aangepast bed, drempels in huis verwijderen, noem maar op. Gelukkig is de fiscus in dezen wel enigszins tegemoetkomend.
Ziektekosten, zoals kosten van medicijnen, zijn aftrekbaar. Maar ook aanvullende kosten, zoals kosten van een rolstoel of aanpassingen in de woning, kunnen in de aangifte inkomstenbelasting ten laste van het inkomen worden gebracht, voorzover men boven de drempel uitkomt.
Wat zijn echter hulpmiddelen bij een ziekte? Is een aanpassing van het huis altijd ”hulpmiddel” of is het gewoon een verbouwing? Daarom heeft de staatssecretaris van Financiën een nieuw besluit uitgevaardigd over het begrip hulpmiddel. Het is de bedoeling dat dit besluit terugwerkende kracht heeft vanaf 1 januari 2002. Op een paar aspecten van dit besluit ga ik hieronder in.
Tot de hulpmiddelen worden in besluiten gerekend aanpassingen van een woning, woonboot of woonwagen. Deze aanpassingen moeten zijn aangebracht op medisch voorschrift voor een ziek gezinslid. Het is natuurlijk mogelijk dat de woning in waarde stijgt door de aanpassingen. In dat geval zijn de kosten van de hulpmiddelen niet aftrekbaar, want de staat gaat geen verbeteringen van woningen financieren.
De staatssecretaris wilde echter voorkomen dat eindeloze discussies zouden worden gevoerd over de vraag of een (kleine) aanpassing in de woning tot een waardestijging van die woning zou leiden. Daarom zijn kosten van hulpmiddelen alleen aftrekbaar als zij niet leiden tot een stijging van de waarde van de woning met meer dan 10 procent van de gemaakte aanpassingen. Dat is een hele mond vol en daarom heeft de staatssecretaris in antwoord op kamervragen een paar voorbeelden gegeven.
Stel dat u op medische indicatie toiletsteunen laat aanbrengen. De totale kosten van deze woningaanpassingen bedragen 500 euro. Deze kosten worden bij u niet vergoed door ziekenfonds of ziektekostenverzekering. Nu zullen toiletsteunen niet leiden tot waardevermeerdering van uw woning. Daarom zijn de kosten van de toiletsteunen aftrekbaar als ziektekosten.
Stel u heeft een grindpad naar de voordeur, maar u belandt in een rolstoel. Daarom laat u het tuinpad op medische indicatie betegelen, omdat u dan met de rolstoel eenvoudig het huis kunt bereiken. De totale kosten van de betegeling bedragen 3000 euro. Hiervan wordt 1000 euro vergoed. U moet dus zelf nog 2000 euro bekostigen. Volgens de staatssecretaris zal de betegeling „wellicht ook enige andere verbetering van het wooncomfort tot gevolg hebben, maar in de praktijk zal bij deze bedragen vanzelfsprekend geen discussie worden gevoerd over een waardestijging.” Er kan dus 2000 euro als kosten van een hulpmiddel worden opgevoerd.
In ieder geval blijkt dus wel uit dit voorbeeld dat soepel met de aftrekbaarheid van hulpmiddelen zal worden omgegaan. Het voorbeeld is trouwens wel opvallend, omdat ook gezonde mensen hun pad wel eens zullen laten betegelen. U zult dus waarschijnlijk wel moeten aantonen dat het tegelpad op medische indicatie is aangelegd.
U bouwt een extra slaap- en badkamerruimte aan uw woning in verband met een ernstige spierziekte. De totale kosten hiervan bedragen 30.000 euro. Er wordt 16.000 euro vergoed. U moet dus 14.000 euro zelf betalen. Door de aanbouw stijgt de woning met 10.000 euro in waarde. Dit is een waardestijging van meer dan 10 procent van de kosten die u zelf moest betalen.
Daarom is niet aftrekbaar de waardestijging van uw woning van 10 000 euro min 10 procent van de kosten (1400 euro), dat is 8600 euro. Als kosten van hulpmiddelen wordt aangemerkt 14.000 euro min 8600 euro, dat is 5400 euro. Volgens de staatssecretaris bent u zelf vrij om aan te geven met welk bedrag de woning stijgt. Als de Belastingdienst uw indicatie niet aannemelijk acht, dan moet u deze gemotiveerd aannemelijk maken.
Helemaal duidelijk zijn de voorbeelden niet, vooral door opmerkingen als: „In de praktijk zal vanzelfsprekend geen discussie worden gevoerd.” Ik leid er maar uit af dat de Belastingdienst bij kleine bedragen (tot een paar 1000 euro) niet al te moeilijk zal doen. Als de inspecteur in zo’n geval vragen gaat stellen, kunt u dan in ieder geval verwijzen naar het voorbeeld van het tegelpad.
Een andere moeilijkheid is de hoogte van de waardestijging. Alleen een taxateur zal dit immers kunnen bepalen. De staatssecretaris heeft het echter over „aannemelijk maken”, en dat is eenvoudiger dan „bewijzen.” U hoeft slechts met behulp van een paar argumenten aan te geven dat u denkt dat de woning door de verbouwing niet veel in waarde is gestegen.
Om bij het voorbeeld van de slaapkamer te blijven: de aanpassingen zijn zodanig specifiek, dat de aanpassing volgens u nauwelijks tot een hogere waarde van de woning zal leiden. Of een al te ijverige inspecteur dit in de praktijk zal accepteren, valt nog te bezien. Nieuwe rechtszaken lijken echter niet uitgesloten.