Verhagen terughoudend over stimuleringspakket
DEN HAAG (ANP) – Minister Verhagen (Buitenlandse Zaken) heeft donderdag terughoudend gereageerd op het Duitse plan om de Europese economie met 130 miljard euro te stimuleren. De afspraken over het begrotingstekort van de lidstaten mogen van hem niet losgelaten worden. Hij waarschuwde ook voor het „tegen elkaar opbieden" van landen.
Duitsland kampt met ernstige problemen in de auto-industrie. Volgens het voorstel van de Duitse bondskanselier Angela Merkel zou elk land 1 procent van het bruto nationaal product moeten investeren. Voor Nederland zou dat neerkomen op 6 miljard euro.„Staatssteun klinkt natuurlijk goed", zei Verhagen in het programma Dit is de dag op Radio 1. Maar volgens hem moet worden voorkomen dat landen investeren in baanbehoud in onrendabele sectoren. „Het gaat er niet om banen tijdelijk voor een jaar overeind te houden". Hij pleit voor investeringen in innovatieve, nieuwe werkgelegenheid. De klimaatdoelstellingen mogen ook niet bij het oud vuil gezet worden, vindt de minister in een reactie op een Italiaans en Pools voorstel om die doelstellingen tijdelijk op te schorten.
Als criteria noemde hij duurzame energie, het tegen gaan van klimaatverandering en energiezekerheid. Niet investeren in de gewone auto-industrie, maar in de bouw van hybride of milieuvriendelijke auto’s en in zonnepanelen, zei hij desgevraagd. „Als je nou geld in de Vogelaarwijken stopt kan je zeggen: ik geef zoveel geld uit aan een barbecue of ik geef de hele straat zonnepanelen. Zo’n buurtbarbecue verwarmt je maar een avond".
Vrijdag praat het kabinet over het Duitse voorstel. Verhagen gaat er vanuit dat minister Bos (Financiën) er voor zorgt dat het zogenoemde stabiliteitspact standhoudt. Daarin is afgesproken dat de lidstaten hun begrotingstekort niet mogen laten oplopen tot boven de 3 procent. Als het plan van Merkel doorgaat, dreigt bijvoorbeeld Frankrijk daar overheen te gaan.
Overigens doet het Duitse voorstel denken aan een idee dat premier Balkenende begin oktober lanceerde om de bankencrisis te lijf te gaan. Balkenende bepleitte toen dat de EU-landen maximaal 3 procent van hun bruto nationaal product zouden reserveren om banken in nood bij te springen. Dat plan werd niet overgenomen door de EU-landen.