Twijfel over inenting baarmoederhalskanker
Een grootschalig vaccinatieprogramma tegen baarmoederhalskanker leidt wellicht tot toename in plaats van vermindering van het aantal sterfgevallen.
Dat stelt het Nederlands Huisartsengenootschap (NHG) in het jongste nummer van het artsenblad Medisch Contact. Onderzoekers van het NHG vrezen dat vrouwen straks zo veel vertrouwen hebben in het vaccin dat ze het bevolkingsonderzoek links zullen laten liggen.Sluipmoordende virussen krijgen dan vaker vrij spel, omdat het vaccin bij slechts 70 procent van die ziekteverwekkers effectief is. Meer dan nu komt de potentieel dodelijke aandoening pas dan aan het licht als het al te laat is, waarschuwen de onderzoekers.
Minister Klink (Volksgezondheid) breidt het rijksvaccinatieprogramma het komende jaar uit met een jaarlijkse inentingsserie tegen het humaan papillomavirus voor alle meisjes van twaalf jaar. De Gezondheidsraad denkt dat daardoor het aantal sterfgevallen door baarmoederhalskanker omlaag kan, maar volgens het NHG kost het in het gunstigste geval veel geld, wordt jaarlijks slechts één leven gered en kan de vaccinatie ernstige bijwerkingen hebben.
Wereldwijd heeft Nederland het laagste sterftecijfer door baarmoederhalskanker: 250 per jaar. Veel vrouwen reageren op de oproep om vanaf hun dertigste jaar regelmatig een uitstrijkje te maken. De onderzoekers pleiten ervoor de vaccinatie alleen bij een verhoogd risico in te zetten.
Volgens de NHG is het pleidooi voor vaccinatie ook ingegeven door de lobby voor nieuwe medicijnen. De invoering van de vaccinatie dreigt „een politieke keuze te worden die wordt gestuurd door angst voor actiegroepen of stemmenverlies. Nederland wil niet achterblijven als de rest van Europa wel overgaat tot vaccinatie tegen HPV. De politiek moet beseffen dat het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker in andere landen minder goed is georganiseerd.”