De tijdgeest als koolmonoxide
Titel: ”Tijdgeest. Overdenkingen over de tijd waarin wij leven”
Auteur: ds. P. van Ruitenburg
Uitgeverij: Den Hertog, Houten, 2008
ISBN 978 90 331 2150 0
Pagina’s: 221
Prijs: € 14,50.
Van de hand van ds. P. van Ruitenburg verscheen opnieuw een bundel overdenkingen. ”Tijdgeest” heeft dezelfde opzet als de eerdere bundels: in een serie korte hoofdstukken wordt over een thema nagedacht, in dit geval dus de tijdgeest. In kort bestek wordt op een nuchtere, eigentijdse wijze heel wat aan de orde gesteld: religiositeit, lekker leven, gezag, man of vrouw, spotters enzovoort. In zijn woord vooraf merkt ds. Van Ruitenburg treffend op over de tijdgeest: „Het is net koolmonoxyde gas. Je ruikt het niet en onzichtbaar verspreidt het zich. Een mengsel van oude en nieuwe gassen is ons aan het bedwelmen en ook de christelijke kerk wordt er door bedreigd.”
Het is heel nuttig dat aan de hand van een aantal concrete onderwerpen wordt duidelijk gemaakt hoe de tijdgeest in alles doorwerkt en hoe wij er vaak onbewust en sluipenderwijze door worden beïnvloed. Vaak blijft de tijdgeest een abstract begrip, waardoor te weinig wordt beseft hoe verwoestend zijn uitwerking is. Als dat gemerkt wordt, is het vaak al te laat. Vanaf Genesis 3 is er een strijd der geesten gaande en in die strijd zijn wij allen betrokken. Het wordt pas echt gevaarlijk als we dat niet beseffen.
Met dit boek wil de auteur jongeren en ouderen wakker schudden uit hun argeloosheid. Op allerlei terreinen van het leven poogt de schrijver de tijdgeest te ontmaskeren. Veel zou er te noemen zijn.
Ik denk bijvoorbeeld aan wat hij schrijft over de eigen plaats van man en vrouw: „De tendens is om de gelijkwaardigheid van man en vrouw te benadrukken en om het eigene van man en vrouw te minimaliseren. Het gevolg is dat er een generatie opgroeit die niet meer weet wat typisch vrouwelijk en typisch mannelijk is.” Ons wordt duidelijk gemaakt dat deze mentaliteit verregaande consequenties heeft als het gaat over de keuzes bij studie, werk, gezinsvorming en opvoeding. Het ontkennen van de verschillen tussen man en vrouw is dynamiet onder het gezin. Het gevaar van dit ”uniseksdenken” wordt in de reformatorische kringen veel te weinig onderkend. De schrijver mag hier wat mij betreft nog wel een keer een apart boek over schrijven; dat is hard nodig.
Meer lezenswaardigs zou te noemen zijn, maar men leze zelf. Her en der komen we scherpe observaties tegen, die ons de ogen willen openen. Ik zie dit boek daarom graag in handen van veel jongeren en ouderen. Mogelijk zou er ook op jeugdverenigingen wat mee gedaan kunnen worden.
Twee opmerkingen ten besluite. De formule van de korte stukjes is een teken des tijds; de ontlezing zet ook onder ons door, de schrijver wijst daar zelf ook op, onder meer in ”Haastig lezen”. Men schijnt liever leeg dan wijs te zijn. De columnstijl is ongeveer het laatste redmiddel om algehele leegstand van de bovenkamer (en het hart …) te voorkomen. Maar dit genre kent ook zijn beperkingen, dat viel me weer op in deze bundel. Het geheel heeft iets vluchtigs of, om het onaardig te zeggen: iets oppervlakkigs. Soms zou je willen dat een bepaalde opmerking verder zou worden uitgewerkt. Dat zou de schrijver vermoedelijk ook graag willen, maar deze formule laat hem daarvoor geen ruimte. Het is dan ook geen kritiek, maar een constatering.
Het tweede wat ik zeggen wil is dit: het boek wil aanzetten tot kritische zelfreflectie. De lezer wordt er hier en daar ook op aangesproken. Toch kwam het mij voor dat de kritiek meer beschrijft hoe ”de wereld” en ”men” denkt en doet. Het had wat mij betreft nog wel wat persoonlijker en scherper mogen zijn. Desalniettemin: aanbevolen.