„Die prijs is werkelijk fantastisch”
Bijna onophoudelijk gaat de telefoon. Scholieren, wetenschappers en andere geïnteresseerden uit de hele wereld bellen naar het kantoor van de Nobelstichting in Stockholm. Daar krijgen ze als eerste een geboren en getogen Nederlandse aan de lijn. „Fantastisch, die Nobelprijs."
Kathleen Bennich van Wijngaarden (40), opgegroeid in het Zuid-Hollandse Ridderkerk, weet inmiddels niet beter: de laatste drie maanden van het jaar, de tijd voorafgaand aan de Nobelprijsuitreiking op 10 december, is zij in dienst van de Zweedse Nobelstichting. Als receptioniste neemt ze daar de telefoon op, doet ze administratief werk, verstuurt ze informatie en houdt ze de mappen met krantenknipsels bij.
„In oktober is er nog niet zo veel te doen, maar nu ren ik de hele dag, van negen tot vijf, heen en weer. Mijn collega’s hebben het nog veel drukker, die maken soms dagen van zeven uur 's morgens tot elf uur 's avonds", aldus Bennich.
Ze is naar eigen zeggen heel toevallig in deze functie gerold. „In 1989 verhuisden mijn man en ik naar Zweden, waar hij vandaan komt. Daar ontmoette ik in 1993 de adjunct-directeur van de Nobelstichting, die vroeg of ik als tijdelijke kracht bij de stichting wilde werken." Lachend: „En omdat in Zweden de meeste vrouwen een baan hebben, en ik me als niet-werkende vrouw best een beetje eenzaam voelde, ben ik op dat verzoek ingegaan."
Als Bennich de prijsuitreiking van dit jaar –de Nobelstichting viert haar eeuwfeest– vergelijkt met die van achterliggende jaren, ziet ze niet zo veel verschillen. „Elk jaar is eigenlijk een kopie van het jaar ervoor. Alleen de muziek tijdens het concert voorafgaand aan de prijsuitreiking is ieder jaar anders. En natuurlijk zijn er elke keer weer nieuwe laureaten."
De Nobelstichting verwacht dit jaar wel veel meer gasten dan gebruikelijk. Bennich: „Ook de prijswinnaars van voorgaande jaren kregen een uitnodiging. Ongeveer 200 mensen hebben daaraan gehoor gegeven. Met het regelen van de formaliteiten voor al die mensen is een collega een paar maanden druk geweest."
Veel laureaten brengen een indrukwekkend gevolg mee. Het stadhuis, waar normaal op een avond na de prijsuitreiking 1300 mensen van een banket genieten, zit dit jaar met 1440 gasten stampvol. Daarnaast is nog plaats voor ruim 800 personen in de Wintertuin van het Grand Hotel. Dat is sinds 1901 het vaste adres van Nobelprijswinnaars.
Veiligheidsmaatregelen
De Nobelstichting treft dit jaar extra veiligheidsmaatregelen. „Iedere gast krijgt een streepjescode. Wil hij een activiteit bijwonen, dan moet de code op zijn uitnodiging overeenkomen met zijn persoonlijke streepjescode."
Hoewel de receptioniste heel wat telefoontjes verwerkt, komt ze niet of nauwelijks met de laureaten in contact. „Zo af en toe belt bijvoorbeeld Veltman, die in 1999 samen met 't Hooft de prijs voor natuurkunde won, nog wel eens. Maar verder heb ik weinig met de prijswinnaars te maken."
Bennich komt superlatieven te kort als ze het fenomeen Nobelprijzen wil beschrijven. „Fantastisch. Dat zeg ik recht uit m’n hart, niet omdat ik dat zou moeten zeggen. Vooral de tijd die aan de prijsuitreiking voorafgaat, is heel spannend. Je werkt toe naar een ceremonie die van minuut tot minuut is geregisseerd. Als het bewuste moment dan eindelijk aanbreekt en je zit daar in de zaal met al die mensen, inclusief de koninklijke familie, dan is dat iets grandioos. Alle spanning valt op dat moment van je af."