D66 komt met notitie over uithuwelijken
De minimumleeftijd waarop in Nederland wonende Turken en Marokkanen huwelijkspartners uit hun land van herkomst mogen laten overkomen, moet omhoog van 18 naar 21 jaar. Zo wordt tegengegaan dat jonge bruiden en bruidegommen uit deze landen aan landgenoten in Nederland worden uitgehuwelijkt.
Dat staat in een notitie die fractieleider De Graaf en kamerlid Dittrich van D66 zondag hebben gepresenteerd. Het betreft een uitwerking van het verkiezingsmanifest van de democraten.
D66 zegt niet te willen tornen aan het recht van iedereen om zijn of haar eigen partner te kiezen. Maar in de notitie wijzen De Graaf en Dittrich er op dat het op grote schaal laten overkomen van partners uit Turkije en Marokko tot inburgeringsproblemen heeft geleid.
De Turkse en Marokkaanse gemeenschap in Nederland wordt voortdurend uitgebreid met nieuwe migranten die niet zijn ingeburgerd en die de Nederlandse taal niet machtig zijn. De integratie van de groep als geheel stagneert daardoor, aldus de notitie.
D66 wil niet alleen de minimumleeftijd voor gezinsvorming verhogen, ze wil ook dat de huwelijkspartners in het land van herkomst al een voorlopige inburgeringscursus volgen. Die moet resulteren in een test die op ambassades of consultaten kan worden afgenomen. Daarbij zouden vragen aan de orde moeten komen over Nederland en de Nederlandse samenleving. Ook de taalvaardigheid moet worden getoetst.
De notitie bevat verder voorstellen om de verblijfsvergunning van draaideurcriminelen in te trekken, om de besnijdenis van migrantenvrouwen actief tegen te gaan en om ook imams die voor 2002 naar Nederland zijn gekomen inburgeringscursussen te laten volgen. D66 wil verder migranten de kosten van hun inburgeringscursus voor de helft te laten voorschieten, om zo te voorkomen dat ze de cursus niet afmaken.
Voor economische migratie wil de partij de deur op een kier zetten. Bedrijven die in Nederland of de EU geen geschikt personeel kunnen vinden, zou het makkelijker gemaakt moeten worden om daarbuiten te werven.