Binnenland

Kwart miljoen kinderen in bijstandsgezin

Ruim 250.000 kinderen tot 18 jaar leefden vorig jaar in een gezin dat afhankelijk was van de bijstand. Dat is 7 procent van alle kinderen.

Binnenlandredactie
17 November 2008 11:57Gewijzigd op 14 November 2020 06:44
Volgens het CBS is de afhankelijkheid van de bijstand van niet-westerse allochtone kinderen groter dan gemiddeld. Foto ANP.
Volgens het CBS is de afhankelijkheid van de bijstand van niet-westerse allochtone kinderen groter dan gemiddeld. Foto ANP.

Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) bracht deze cijfers maandagmorgen naar buiten. Vooral oudere kinderen leefden in een bijstandsgezin, voor kinderen tot 5 jaar gold dat minder.Volgens het CBS is de afhankelijkheid van de bijstand van niet-westerse allochtone kinderen groter dan gemiddeld. Ongeveer 30 procent van alle kinderen van Marokkaanse, Antilliaanse of overige niet-westerse afkomst kwam in 2007 uit een huishouden met een bijstandsuitkering. Onder Turkse en Surinaamse kinderen lag dat aandeel met ongeveer 20 procent iets lager.

De afhankelijkheid van de bijstand was met iets meer dan 3 procent het laagst bij autochtone kinderen. Een reden voor de verschillen is dat er relatief meer bijstandsuitkeringen worden verstrekt aan niet-westerse allochtonen, waar ook het aantal kinderen per gezin vaak groter is dan bij autochtonen.

Van de grote steden leven in Rotterdam de meeste kinderen in een bijstandsgezin. Bijna een kwart van de kinderen tot 18 jaar was vorig jaar afhankelijk van de bijstand, gevolgd door bijna een vijfde van de kinderen in Amsterdam. De cijfers in de vier grote steden vallen hoog uit omdat daar in verhouding tot andere plaatsen meer allochtone kinderen wonen.

Het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) is op dit moment bezig met een gericht onderzoek naar financiële problemen bij bijstandsgezinnen van niet-westerse afkomst. „Allochtonen vormen een risicogroep”, stelt Annemarie Koop van het Nibud. Overigens net zo goed als ouderen, jongeren en alleenstaanden, vult ze aan.

Een oorzaak van de financiële problemen bij bijstandsgezinnen is vaak de onbekendheid met financiële regelingen. Een bijstandsgezin kan in principe aanspraak maken op zorgtoeslag, huurtoeslag en kinderbijslag. „Een gezin dat daar geen gebruik van maakt, loopt op jaarbasis veel geld mis. Daardoor kun je al snel in de problemen komen.”

Aanleiding voor het Nibud om onderzoek te gaan doen, zijn de signalen die hulpverleners van gemeenten en kredietbanken opvangen van allochtone gezinnen in de bijstand.

Voor bijstandsgezinnen met financiële zorgen is het belangrijk aan de bel te trekken voor hulp. De gemeente is volgens Koop daar de meest aangewezen instantie voor. Ook het onderwijs, buren of kennissen kunnen een bemiddelde rol spelen, benadrukt de Nibudvoorlichtster.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer