„Effecten van jeugdbehandeling amper bekend”
Er is 2 miljard euro beschikbaar om jongeren in justitiële jeugdinrichtingen of binnen de jeugdzorg te behandelen, maar het is nauwelijks bekend of dergelijke behandelingen enig effect hebben.
Dat stellen de hoogleraren J. W. Veerman en A. Korebrits. Volgens Veerman is van minder dan een op de tien behandelingen bekend of ze succesvol zijn. „Van medici zouden we dat niet accepteren”, zegt hij. De hoogleraren spreken eind deze week op het symposium Gezinsonderzoek van de Radboud Universiteit in Nijmegen.Korebrits is tevens kinder- en jeugdpsychiater in de justitiële jeugdinrichting Het Keerpunt in het Limburgse Cadier en Keer. Hij is daar alvast begonnen met het vastleggen van gegevens die laten zien hoe een jongere omgaat met impulsiviteit en agressief gedrag voor, tijdens en na een behandeling.
Ook wil Korebrits jongeren en hun families genetisch onderzoeken, om vast te stellen of er een genetisch bepaald element in crimineel gedrag zit. De hoogleraar pleit er voor dat alle justitiële inrichtingen dergelijk onderzoek gaan doen, want volgens hem is de kwaliteit van zorg wel gestegen, maar nog lang niet op niveau.
Veerman en Korebrits willen meer wetenschappelijk onderzoek in de justitiële hulpverlening. Ook dringen zij aan op meer aandacht voor praktijkgegevens van jongerenwerkers. Die laten namelijk zien hoe effectief een behandeling is in een bepaalde groep op een bepaald moment. In Nederland is het tot nu toe gebruikelijk om behandelmethodes te gebruiken die alleen op onderzoeksniveau zijn uitgetest, aldus de hoogleraren.