Puriteinen sloegen theologische heipalen
Als student theologie las ds. P. den Ouden het boek ”The Reformed Pastor” van de Engelse puritein Richard Baxter. Het boek was voor hem zo confronterend dat hij zich afvroeg of hij nog wel predikant kon worden.
Met deze persoonlijke herinnering begon de predikant uit Wouterswoude zaterdag in Veenendaal zijn lezing over de prediking in de puriteinse traditie. Hij sprak op de studiedag van de George Whitefield Stichting, die gewijd was aan het thema gemeenteopbouw.In zijn boek tekent Baxter de verantwoordelijkheid, de ernst en de heerlijkheid van het werk van een pastor. Een van de eerste vereisten voor een predikant is volgens de puriteinen dan ook dat hij God moet hebben gezien, aldus ds. Den Ouden onder verwijzing naar het boek ”The art of prophesying” (De kunst van het prediken) van William Perkins.
Perkins ziet het roepingsvisioen van Jesaja in Jesaja 6 als voorbeeld voor predikanten. „Ware dienaren van God zijn te herkennen aan een diep gevoel van vrees bij het besef van hun bediening.” De puriteinen kennen soortgelijke ervaringen als Jesaja en dat stempelt hun prediking, aldus ds. Den Ouden.
Jesaja-ervaring
De hersteld hervormde predikant uit Friesland ziet hier een van de oorzaken liggen van de oppervlakkigheid en krachteloosheid van Bijbelgetrouw Nederland. „Weten wij nog wat het is om de levende God te hebben ontmoet? Wat heeft de kerk dringend behoefte aan mensen die weet hebben van Jesaja-ervaringen.”
Als een andere oorzaak van oppervlakkigheid ziet ds. Den Ouden de veronderstelling dat iedereen in de gemeente gelovige is. De puriteinen scheren alle hoorders niet over één kam, ze weten waar geloof en schijngeloof te onderscheiden. Ze kennen niet alleen de Bijbel, maar ook het menselijk hart.
Grondigheid is het handelsmerk van de puriteinen, stelt ds. Den Ouden, die pleit voor diepgravende prediking. Hij hekelde de „fastfoodpreken” van deze tijd, die de hoorder vooral een goed gevoel willen geven. „Om de gemeente en iedere gelovige op te bouwen, moeten er theologische heipalen de grond in.”
De puriteinen zijn ook ongeëvenaard in de vertaling van Gods Woord naar het dagelijkse leven, aldus ds. Den Ouden. Ze werken hun toepassingen gedetailleerd uit. Dat een dergelijke prediking tijd kost, ziet hij niet als een bezwaar. Ds. Den Ouden: „Ik geloof dat als een predikant werkelijk wat te zeggen heeft, zijn gehoor ook graag bereid is er de tijd voor te nemen.”
Gemeeteopbouw
Baptistenpredikant ds. O. Lohuis uit Emmeloord hield een tweede lezing over het belang van goede theologie voor gemeenteopbouw. Hij ging daarbij in op het boek ”Nine Marks of a Healthy Church” (Negen kenmerken van een gezonde gemeente) van de Amerikaanse baptist ds. Mark Dever. Een kernvraag voor gemeenteopbouw is: Willen we pragmatisch of Bijbels te werk gaan? zo hield ds. Lohuis zijn gehoor voor.
’s Middags stonden zes workshops op het programma, die verschillende aspecten van het dagthema uitdiepten. Zo ging dr. M. van Campen, hervormd predikant te Zwartebroek-Terschuur, in op catechese als bouwsteen voor gemeenteopbouw.
De christelijke gemeente is in de eerste plaats een leergemeenschap, aldus dr. Van Campen, die zelf een catechisatiemethode schreef. Dat leren mag niet beperkt blijven tot de jongeren in de gemeente. Kerkenraden moeten volgens dr. Van Campen meer aandacht besteden aan het leren van ouderen, bijvoorbeeld door huwelijks- en doopcatechese, huiskringen en gerichte toerusting voor bepaalde taken in de gemeente.
De oud-docent gemeenteopbouw aan de Christelijke Hogeschool Ede betreurt het dat in veel reformatorische gemeenten het leerelement op zijn retour is. In de evangelische wereld ziet hij juist de ontwikkeling dat de noodzaak van het leren in de gemeente steeds meer beseft wordt.
Dr. J. Douma, gereformeerd vrijgemaakt predikant te Haarlem, hield een workshop over ”De glorie van Christus: bron voor prediking en gemeenteopbouw”. Hij betrok hierbij het boek van John Owen over de heerlijkheid van Christus. Mensen veranderen pas echt als ze de heerlijkheid van Christus hebben gezien. Het schilderen van de glorie van Christus voor de gemeente moet de dragende kracht zijn achter de prediking, aldus Douma.