Ruzie Hongarije en Slowakije niet bijgelegd
De Slowaakse premier Robert Fico en zijn Hongaarse ambtgenoot Ferenc Gyurcsany zijn er niet in geslaagd een einde te maken aan groeiende nationalistische spanningen tussen hun landen.
Zij ontmoetten elkaar zaterdag na weken van geweld tussen de Slowaakse politie en Hongaren en extremistische aanslagen aan beide kanten van de grens.De premiers kwamen na het overleg in de Slowaakse grensplaats Komarno met een verklaring waarin zij beterschap beloofden, maar er werden geen concrete afspraken gemaakt.
De spanningen tussen de buurlanden zijn toegenomen sinds Fico in 2006 een regeringscoalitie vormde in Slowakije met onder meer de ultrarechtse Slowaakse Nationale Partij. Partijleider Jan Slota heeft verbaal geweld gebruikt tegen Hongarije en de ruim 500.000 etnische Hongaren in Slowakije. Ook vergeleek hij de Hongaarse minister van Buitenlandse Zaken met Adolf Hitler.
Volgens Fico heeft Hongarije deze spanningen uitgelokt omdat Hongaarse neonazi’s onlangs naar Slowakije marcheerden, dat ooit deel was van Hongarije. „Het grootste probleem is de export van fascisme en extremisme vanuit Hongarije naar Slowakije”, zei Fico.
De zichtbaar geïrriteerde Gyurcsany ontkende dat. „De Slowaakse regering flirt niet alleen met nationalisme, maar is er ook actief bij betrokken”, aldus de premier. Hij eist onder meer dat Slowakije het verbod op het gebruik van Hongaarse symbolen opheft.