EU-politie wacht zware taak in noorden Kosovo
De EU-politiemensen die momenteel kwartier maken in Kosovo, wacht een zware taak. Buiten Kosovo moet de steun van de internationale gemeenschap worden gewonnen, daarbinnen moet het controle zien te krijgen over het door Serviërs gedomineerde noorden.
Het is rustig op de brug van Mitrovica, de voornaamste stad in het noorden van Kosovo. Aan de Servische zijde van de brug houden twee Luxemburgse soldaten de wacht voor hun twee pantservoertuigen. Het voornaamste verkeer dat de oversteek maakt van het Albanese naar het Servische stadsdeel of andersom bestaat uit legerjeeps, VN-terreinwagens en Kosovaarse politieauto’s. Door inwoners van Mitrovica lijkt de brug niet buitengewoon veel gebruikt te worden.Nexhmedin Spahiu durft de brug in ieder geval niet zomaar over te steken. „Het is voor mij levensgevaarlijk om zomaar het Servische deel binnen te lopen”, zegt de Albanese intellectueel, directeur van de lokale radio en televisie in Mitrovica en hoogleraar politicologie aan de universiteit van Pristina. Een tour door het Servische stadsdeel zou hij best willen, maar aangezien hij geen VN-agenten bereid vindt voor bewaking, durft hij het niet aan.
Jarenlang was de brug van Mitrovica een symbool van verbinding tussen de merendeels orthodox-christelijke Serviërs in het noorden en de overwegend islamitische Albanezen in het zuiden van de stad, zegt Spahiu. Na de oorlog is de vernielde brug dankzij inspanningen van de Franse vredessoldaten herbouwd, maar alleen het vele prikkeldraad op en om de brug maakt al duidelijk dat het nog verre van een symbool van verzoening is. „De Albanezen en de Serviërs leven nu volstrekt gescheiden van elkaar”, aldus Spahiu. „Het is triest, want ik heb zelf de tijd meegemaakt dat we in Mitrovica als vrienden samenleefden.”
De beide oevers van de rivier de Ibar zijn vandaag de dag inderdaad twee aparte werelden. In het zuiden is Albanees de voertaal en wemelt het van de Kosovaarse politie en VN-auto’s. Enkele malen per dag schalt de oproep tot gebed uit de vele minaretten. De blauw-gele vlag van Europa’s nieuwste en omstreden land hangt in menig etalage -vaak naast de Amerikaanse ”stars and stripes” en voorzien van een prijssticker in euro’s. Op de auto’s prijken Kosovaarse nummerplaten.
In het noorden van de stad is alles anders, ondanks het feit dat er nog enkele honderden Albanezen wonen. Op de heuvel achter de bebouwing pronkt prominent een gloednieuwe orthodoxe kerk. Aan lantaarnpalen wappert de Servische driekleur, op auto’s zitten ofwel geen ofwel Servische kentekenplaten en in de winkels wordt betaald met de Servische dinar. Pal naast de brug staat het kantoor van een Servisch telecombedrijf: zelfs bellen doen de Serviërs met hun eigen maatschappij.
Maar wat vooral opvalt, is dat er veel minder auto’s van de Verenigde Naties en de Kosovaarse politie rondrijden. Beide hebben in het noorden namelijk weinig tot niets te zeggen. In feite hebben de Serviërs een parallelle staat binnen Kosovo, ondersteund vanuit Belgrado. Volgens Spahiu lopen er behalve VN-agenten en Servisch-Kosovaarse politie ook Servische agenten in burger rond. Daarmee krijgt Noord-Kosovo trekken van een wildwestfilm.
De bedoeling is dat de VN-agenten spoedig uit het straatbeeld van Kosovo verdwijnen. Hun taken worden overgenomen door Eulex, een zogenaamde civiele missie onder de vlag van de Europese Unie. Hoewel het voornaamste doel is om de Kosovaarse politie en justitie te ondersteunen, zullen er ook EU-agenten patrouilleren. De missie had al operatief moeten zijn, maar door diplomatiek gesteggel (lees: tegenwerking van Servië) is die met een halfjaar vertraagd. Eulex wacht een complexe taak.
Haar handel en wandel zal door de internationale gemeenschap met argusogen worden gevolgd; worden de Albanezen bijvoorbeeld niet bevoordeeld? Bovendien moeten de EU-agenten controle zien te krijgen over het noorden van het land. Karin Limdal, woordvoerder van de EU-missie, windt er geen doekjes om. „Het noorden van Kosovo is een moeilijk werkterrein voor ons, want er is bijvoorbeeld een hoop georganiseerde misdaad. Maar we zullen ook daar actief worden en de orde herstellen.”
Of dat werkelijk zal gebeuren, betwijfelt Mirjana Milutinovic, directeur van Radio Kontakt Plus, een zender voor Servische Kosovaren. Dat de EU de VN-taken overneemt, is voor de Serviërs meer dan alleen een verandering van vlag en uniform, zegt zij. „Voor de Serviërs is de VN een eenheid die hen beschermt. Maar ze zien de EU-mensen als verdedigers van de lijn-Ahtisaari, naar de oud-VN-gezant voor Kosovo, en ze zijn bang dat Eulex hun geen veiligheid kan garanderen.” De Fin Martti Ahtisaari ontwierp als VN-onderhandelaar het door Serviërs gelaakte plan voor een soeverein Kosovo onder supervisie van de internationale gemeenschap.
Terwijl op diplomatiek niveau nog wordt gesteggeld over de details van de EU-missie, wordt deze ondertussen al geleidelijk ontplooid. Volgens Hanneke Brouwer, een van de zestien Nederlanders binnen de missie, kan Eulex in december grotendeels operationeel zijn. „We hebben nog wat logistieke problemen, maar het uitrollen is een geleidelijk proces en we kunnen gewoon van start.” Vooralsnog heeft de missie een mandaat van twee jaar. Is dat niet veel te kort om Kosovo stabiel en veilig te maken? „De realiteit gebiedt te zeggen dat je in twee jaar weinig op kunt bouwen”, aldus Brouwer, „dus je kunt er wel vanuit gaan dat de missie verlengd zal worden.”
De VN in Kosovo
Onder de titel Unmik zijn de Verenigde Naties direct na het einde van de oorlog in 1999 met een grootschalige missie naar Kosovo gekomen om de regio te besturen en te behoeden voor nieuw geweld. In februari dit jaar riep Kosovo de onafhankelijkheid uit, die vooralsnog door 52 landen wordt erkend, waaronder Nederland. Met ingang van dit najaar neemt de Europese Unie de taken over van de VN. De exacte status van de missie is nog onderwerp van discussie. Servië eist onder meer dat de EU missie wordt goedgekeurd door de VN veiligheidsraad.