Debat over seksuele moraal hoognodig
Minister Rouvoet verdient bijval voor zijn oproep tot een debat over de seksuele moraal onder jongeren, vindt S. Bouchibti.
De manier waarop sommige jongeren met elkaar omgaan, vormt een maatschappelijk probleem dat iedereen aangaat.Ik heb mij erg verbaasd over de vele negatieve reacties op de oproep van minister Rouvoet voor Jeugd en Gezin om een debat te voeren over de seksuele moraal onder jongeren. Iedereen die weet wat jongeren bezighoudt en wat er onder hen leeft, kan namelijk weten dat er hier sprake is van een groot probleem.
Rouvoet is ook niet de eerste die zijn zorgen uit. In zijn emancipatienota heeft minister Plasterk al vorig jaar de vinger gelegd bij de seksualisering van de samenleving. En staatssecretaris Bussemaker van Volksgezondheid heeft in haar begroting 800.000 euro gereserveerd voor projecten op het gebied van seksualiteit.
De reacties op de ideeën van beide PvdA-bewindslieden waren heel anders dan de narigheid die Rouvoet nu over zich heen krijgt. Als een minister van een christelijke partij de vinger legt bij een maatschappelijk probleem, doet iedereen net alsof hij als gelovige zijn ideeën aan anderen wil opleggen.
Dat we het hier over een maatschappelijk probleem hebben, is ook voor mij als sociaaldemocraat duidelijk. Sommige jongens weten niet hoe ze op een respectvolle manier met het ander geslacht moeten omgaan. Via videoclips krijgen ze het beeld van een vrouw als een goedkoop lustobject, waarmee je voor geld kunt doen wat je wilt.
Deze jongerenproblematiek is beslist niet alleen jongensproblematiek. Tijdschriften spiegelen meisjes het ideaalbeeld voor van de slanke en mooie vrouw. In de puberteit heeft een op de tien meisjes te kampen met depressies en eetproblemen. Dat maakt hen kwetsbaar voor loverboys en andere vormen van seksuele uitbuiting.
De oproep van Rouvoet mag daarom niet weggezet worden in de ”gelovige” hoek of afgedaan worden met de opmerking dat onze jeugd verder heel gelukkig is. Dit probleem gaat iedereen aan en een breed maatschappelijk debat is hier op zijn plaats.
Politici kunnen aan deze discussie een belangrijke bijdrage leveren door het onderwerp mee het land in te nemen. We moeten in de wereld van jongeren stappen en niet meteen spruitjeslucht ruiken als problemen benoemd worden. Als ik op scholen kom en met vmbo-leerlingen spreek, breng ik dit ook ter sprake.
Maar ook op lokaal niveau moet de discussie worden gevoerd. Laten politieke partijen, jongerenclubs en andere organisaties de handen ineenslaan om het debat aan te jagen en op gang te houden.
De minister zelf kan ook een belangrijke bijdrage leveren aan de discussie met de jeugdcultuurnota die hij volgend jaar uitbrengt. Ik ben blij dat hij de toezegging gedaan heeft daarin een apart hoofdstuk te wijden aan meisjes als kwetsbare groep. Ook in de opvoedcursussen in de centra voor jeugd en gezin kan hieraan aandacht besteed worden.
Ook de media hebben een verantwoordelijkheid. De laatste tijd zijn opvoedprogramma’s als paddenstoelen uit de grond geschoten. Dat is een goede zaak. Voor de doelgroep van 14 tot 18 jaar is er echter nog sprake van een gat. Laten omroepen creatieve programma’s bedenken om de problemen onder jongeren bespreekbaar te maken.
De primaire verantwoordelijkheid ligt echter bij de ouders. Zij moeten betrokken zijn bij het opgroeien van hun kind in deze tijd. Digitale communicatiemiddelen als Hyves en MSN horen bij de huidige jeugdcultuur. Ouders moeten zich niet beperken tot: „Hoe gaat het met je?” Ze moeten ook het computergebruik van hun kinderen actief volgen en begeleiden.
Ouders hebben een voorbeeldfunctie als het gaat om de vraag hoe je met elkaar om moet gaan. Vaders kunnen hierbij een belangrijke rol spelen, door hun zoons te leren meisjes met respect te benaderen. Aan dit laatste schort het nogal eens, zeker ook binnen de Marokkaanse gemeenschap, waaruit ikzelf afkomstig ben. Marokkaanse jongens worden opgevoed als godenzonen. Het resultaat zie je op straat.
Donderdag was de Dag van Respect. Respect voor onze medemens betekent niet alleen goedemorgen zeggen, een hand geven en opstaan in de tram. Het houdt ook in dat mannen de integriteit van vrouwen respecteren. Het wordt daarom tijd dat iedereen in deze discussie zijn of haar verantwoordelijkheid neemt en die niet alleen op het bordje legt van meisjes en vrouwen.
De auteur is lid van de Tweede Kamer voor de PvdA.