Buitenland

Helpende hand voor teruggekeerde Joden

Ze geloven op grond van de Bijbel vast dat alle Joden terug zullen keren naar Israël. Het Nederlandse echtpaar Doekes biedt een helpende hand aan hen die met vallen en opstaan een nieuw leven willen opbouwen in het beloofde land. „Het gaat niet om Israël, het gaat om de God van Israël.”

Frank van de Beek
14 November 2008 12:12Gewijzigd op 14 November 2020 06:43
Wim en Ria Doekes ontmoeten in 1999 de kapitein (r.) van de Exodus, het schip waarmee in 1947 meer dan 4500 Joden het mandaatgebied Palestina probeerden te bereiken. Na deze ontmoeting besluit het echtpaar zich te gaan inzetten voor teruggekeerde Joden. F
Wim en Ria Doekes ontmoeten in 1999 de kapitein (r.) van de Exodus, het schip waarmee in 1947 meer dan 4500 Joden het mandaatgebied Palestina probeerden te bereiken. Na deze ontmoeting besluit het echtpaar zich te gaan inzetten voor teruggekeerde Joden. F

Wat kunnen we hier doen? Met die vraag lopen Wim (66) en Ria (54) Doekes rond in 1999. Hij is medewerker van de internationale christelijke ambassade in Jeruzalem, zij is vrijwilligster in een ziekenhuis in de Israëlische hoofdstad. De twee hebben elkaar op latere leeftijd leren kennen, zijn net getrouwd en bezinnen zich op de toekomst.Tijdens een rit in het noorden van Israël komen ze terecht in Zichron Ya’akov, een stadje onder de rook van Haifa. Op zoek naar een mooi uitzichtpunt dwalen ze rond. Een oudere man vraagt of hij hen kan helpen en biedt aan om in zijn huis te komen. Er ontspint zich een gesprek en de man pakt zijn fotoalbum om te laten zien dat hij ooit in Rotterdam is geweest. Terloops laat hij een foto zien van een schip en vraagt: „Kennen jullie dit schip?” „Zeker”, antwoorden Wim en Ria Doekes, „dat is de Exodus, het schip waarmee in 1947 meer dan 4500 Joden het mandaatgebied Palestina proberen te bereiken.”

De Britten geven echter geen toestemming en de opvarenden belanden na veel omzwervingen in het Duitse Hamburg. De internationale gemeenschap reageert vol onbegrip op de Britse houding. „Ik was kapitein van de Exodus”, vertelt de man, Ike Aronowitz.

Bemoedigen
De ontmoeting met de kapitein ziet het echtpaar Doekes als een vingerwijzing van God. „Zoals hij de Joden terugbracht naar hun land, willen wij ons inzetten voor de teruggekeerde Joden”, aldus Wim. „Bedenk eens wat er komt kijken bij een immigratie. De emotionele uitwerking is groot. Het is niet eenvoudig een nieuw leven op te bouwen in Israël, een staat waar voortdurend dreiging heerst. Velen raken dan ook ontmoedigd. Wij willen juist deze mensen bemoedigen.”

Het echtpaar richt de hulporganisatie Yad l’Ami op. De naam betekent ”Een helpende hand voor Mijn volk” en verwijst naar een tekst uit Jesaja 49: „Alzo zegt de Heere Heere: Zie, Ik zal Mijn hand opheffen tot de heidenen, en tot de volken zal Ik Mijn banier opsteken; dan zullen zij uw zonen in de armen brengen, en uw dochters zullen op den schouder gedragen worden.”

Ze starten in 2000 met een gastenhuis in Jeruzalem. De opening valt samen met de uitbraak van de tweede intifada, de Palestijnse opstand tegen de Israëliërs. Ria: „Iedereen sloot de deuren, wij openden ze juist. Ondanks de onrust draait het verblijf in de eerste maand quitte.” In het gastenhuis ontmoeten ze veel mensen, regelmatig gaat het gesprek over Gods plannen met Israël. „Door de vele contacten groeide de stichting snel, onze nieuwsbrief sturen we inmiddels naar twintig landen.”

Koelkast
Met de inkomsten van het gastenhuis en giften zet het echtpaar Doekes veelal kleinschalige projecten op, gericht op individuele personen. Zo helpen ze veel Ethiopische Joden. „Zij leven dikwijls onder de armoedegrens. Ze bezitten geen koelkast, terwijl je in dit land niet zonder kunt. We verstrekken voedselpakketten, maar ook bijvoorbeeld een gehoorapparaat voor iemand met gehoorproblemen.” Alcohol- en drugsverslaafden en Holocaustoverlevenden kunnen eveneens op hulp rekenen. Bovendien participeert Yad l’Ami in een gaarkeukenproject.

„Wij vervullen dikwijls een coördinatierol”, legt Ria uit. „Bij nieuwe projecten zijn we intensief betrokken. Loopt alles, dan geven we de verantwoordelijkheid over aan anderen.” Inmiddels is het gastenverblijf gesloten. Het echtpaar heeft nu meer tijd om projecten te begeleiden.

Wim en Ria Doekes rijden ook regelmatig naar Sderot. Deze plaats tegen de grens met de Gazastrook werd de afgelopen maanden vaak bestookt door Qassamraketten. Ze komen er vele getraumatiseerde mensen tegen. „We hadden eens een afspraak met een woordvoerster van een ouderenorganisatie. Dan verwacht je een zelfverzekerde persoon te treffen. Maar een inslag van een raket had haar twee weken daarvoor veranderd in een bang vogeltje. Eerst typte ze blind met tien vingers, nu gebruikte ze er slechts een van de tien. Drie keer daags nam ze rustgevende medicijnen. Haar zoontje van negen heeft gehoorschade opgelopen en plast iedere nacht in bed. Dat is slechts één voorbeeld.”

Haar stem verraadt verontwaardiging als Ria vertelt over een gescheiden vrouw. „Na enkele raketinslagen raakte ze in shock. Als nu de sirenes gaan, blijft ze als verlamd staan. Ze is zo getraumatiseerd dat haar tanden uitvallen. Wij hebben haar geholpen met een gebit.”

Het echtpaar zag in de loop der jaren rijke mensen uit Sderot vertrekken. „De armen blijven noodgedwongen. En de zionisten weigeren weg te gaan, die laten zich niet verdrijven door Hamas.” Volgens Ria doet de Israëlische regering te weinig om het geweld te stoppen. „De politiek is bang dat er veel slachtoffers vallen als het leger de Gazastrook binnentrekt.” Ze plaatst wel een kanttekening. „Israël is ook geen lief volk, maar wel Gods volk.”

Met steun van Yad l’Ami zijn deze zomer wekelijks een dertigtal kinderen in de leeftijd van 8 tot 10 jaar opgehaald uit Sderot voor therapeutische activiteiten. In een nabijgelegen plaatsje knutselden maatschappelijk werkers met deze kinderen met klei en aarde, zonder de voortdurende dreiging van raketaanvallen. Fluitende vogels in plaats van sirenes.

Onvervuld
Praktisch helpen, een troostvolle arm, een bemoediging: dat is het doel van het echtpaar Doekes. Ondertussen bidden ze of de mensen door hen heen Jezus mogen zien. „Want als het goed is dragen we Jezus met ons mee. Het aantal Messiasbelijdende gelovigen groeit weliswaar, maar de toename is bescheiden. We wensen iedere keer terug te gaan naar de Bijbel, naar de teksten over Israël. Er zijn nog zo veel onvervulde beloften.”

yadlami.org.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer