Gaza in problemen door geblokkeerde VN-hulp
De energie-centrale van Gaza is donderdag voor onbepaalde tijd gesloten. Israël houdt de grens op slot en laat niet toe dat de benodigde brandstof voor de centrale wordt geleverd.
Vorige week besloot de regering in Jeruzalem de grens dicht te gooien nadat er vanuit Gaza door Hamas raketten waren afgevuurd op Israëlisch grondgebied. Ook de voedselleveringen door de VN lopen gevaar door de grenssluiting: de voedselmagazijnen van de Verenigde Naties in Gaza zijn vrijwel leeg. Dat zei de UNRWA, de VN-organisatie die zich met hulp aan Palestijnen bezighoudt donderdag.De VN was van plan zaterdag rantsoenen uit te delen, maar omdat de magazijnen leeg zijn dreigen 750 duizend behoeftige Palestijnen hun voedsel nu niet krijgen.
‘We werken hier al een tijdlang van de hand in de tand, dus die onderbrekingen bij de grensovergangen voelen wij meteen’, zei John Ging, de baas van de UNRWA in Gaza. Israël had beloofd dertig vrachtwagenladingen met voedsel en andere hulpgoederen tot Gaza toe te laten, maar hield de grens toch dicht, omdat er donderdag weer geschoten was. Ook de beloofde diesel voor de energiecentrale werd niet geleverd.
Volgens Ging mogen gewone Palestijnen niet het slachtoffer worden van de acties van Hamasleden. ‘Het internationaal recht, dat dit soort zaken ook ten tijde van conflicten regelt, schrijft voor dat de burgerbevolking toegang krijgt tot de goederen en diensten die nodig zijn om te overleven.’
Volgens Karen AbuZayd, hoofd van de UNRWA, heeft het blokkeren van voedselleveringen aan Gaza nooit eerder zo lang geduurd. Ze zei dat ze zich grote zorgen maakte en dat ze verbaasd was over hoezeer Israël volhardt in de weigering de VN te laten bevoorraden.
De UNRWA levert niet alleen voedsel en medicijnen aan Gaza, maar runt er ook meer dan 220 scholen die in de problemen raken door de grensblokkades. ‘We hebben honderden containers liggen in de haven van Ashdod, met eenvoudige zaken als wol en garen voor het beroepsonderwijs en de blindeninstituten die er wat geld mee kunnen verdienen’, vertelde AbuZayd. ‘Er werd ons gezegd dat het geen humanitaire bevoorrading betrof.’