Uitbreiding NAVO
De Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) wordt uitgebreid met zeven Oost-Europese landen. Hierbij een overzicht van de NAVO-historie.
1949
Twaalf landen ondertekenen het Noord-Atlantisch Verdrag in Washington: België, Canada, Denemarken, Frankrijk, Groot-Brittannië, Italië, Luxemburg, Nederland, Noorwegen, Portugal, de Verenigde Staten en IJsland.
1952
Griekenland en Turkije treden toe als NAVO-lidstaten.
1955
West-Duitsland versterkt het bondgenootschap. De Sovjet-Unie en acht Oost-Europese landen antwoorden door het oprichten van het Warschaupact.
1966
De Franse president Charles de Gaulle kondigt aan de militaire structuur van de NAVO te verlaten omdat hij ontevreden is over de Amerikaanse dominantie binnen het bondgenootschap.
1982
Spanje treedt toe tot de NAVO.
1990
Lidstaten van de NAVO en het Warschaupact tekenen een verdrag over conventionele bewapening en stellen een niet-aanvalsverdrag op.
1991
In Praag kondigt president Václav Havel de ontbinding van het Warschaupact aan. De NAVO roept een speciale raad in het leven als platform voor gesprekken tussen NAVO-lidstaten en voormalige Warschaupact-landen.
1992
De NAVO kondigt aan bereid te zijn vredestaken in het voormalige Joegoslavië uit te voeren.
1993
Frankrijk keert terug in de militaire structuur van de NAVO. Het bondgenootschap biedt voormalige Oostbloklanden betrekkingen aan in het Partnerschap voor Vrede.
1995
De NAVO voert haar allereerste militaire operatie uit door Bosnisch-Servische doelen te bombarderen, met als doel de Serviërs aan de onderhandeltafel te krijgen. De NAVO stuurt met de ”implementatiemacht” IFOR duizenden soldaten naar Bosnië om het staakt-het-vuren na het Dayton-akkoord af te dwingen.
1997
IFOR wordt vervangen door een kleinere ”stabilisatiemacht”, SFOR. De NAVO en Rusland ondertekenen een overeenkomst voor veiligheidssamenwerking.
1999
Tsjechië, Polen en Hongarije treden toe tot het bondgenootschap. Het zijn de eerste voormalige Oostbloklanden die bij de NAVO komen. In hetzelfde jaar voert de NAVO elf weken lang luchtaanvallen uit op Joegoslavië, overigens zonder toestemming van de Veiligheidsraad van de VN. Lord George Robertson, minister van Defensie in Groot-Brittannië, wordt benoemd tot secretaris-generaal.
2001
Op 11 september worden de WTC-torens in New York aangevallen. Op 12 september zeggen de andere NAVO-lidstaten dat deze aanslag op grond van artikel 5 van het NAVO-verdrag als een aanval op het gehele bondgenootschap moet worden beschouwd. De NAVO wordt echter niet ingeschakeld in de militaire strijd die volgt.
2002
In mei bereiken de NAVO en Rusland overeenstemming over de instelling van een NAVO-Russische Raad, die de Russen een grotere positie in de besluitvorming geeft.
November 2002
De NAVO nodigt zeven landen uit om het bondgenootschap te versterken: Estland, Letland en Litouwen, Bulgarije, Roemenië, Slowakije en Slovenië.