Jongeren kunnen worstelen met godsbeeld
Het godsbeeld dat opvoeders in gezin en kerk aan kinderen overdragen, is behoorlijk evenwichtig, concludeert jeugdwerkadviseur Gertrude de Regt van de Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten in haar scriptie ”Denken over God”.
Tegelijk blijkt uit haar onderzoek dat een groot aantal jongeren zowel de preek als het lezen van de Bijbel moeilijk vindt.De Regt, die vorige maand de hbo-opleiding theologie van de Cursus Godsdienstonderwijs (CGO) afrondde, legde een vragenlijst voor aan 383 kinderen en jongeren uit een drietal gereformeerde gemeenten. „Drie verschillende gemeenten qua ligging, grootte en bevolking.” Ze tekent aan dat de enquête door de kleinschalige opzet „niet helemaal representatief” is, maar wel voldoende informatie verschaft voor een vergelijking met haar literatuuronderzoek.
Ouders oefenen in vergelijking met de kerk en de cultuur de meeste invloed uit op het godsbeeld van hun kinderen. Al wisten jongeren niet altijd concreet te maken hoe dat gebeurt. De helft geeft aan dat ouders het geloof belangrijk vinden. „Een groep die je groter zou wensen”, zegt De Regt. „Een derde deel herkent ouders niet als voorbeeldfiguren.”
Gebed
Welk godsbeeld ouders nalaten, is niet onderzocht. De overdracht van het godsbeeld gebeurt deels bewust -door huisgodsdienst en de keuze voor een bepaalde kinderbijbel- en deels onbewust. In haar aanbevelingen schrijft De Regt daarom dat ouders en kerkelijke opvoeders zich moeten afvragen of zij voldoende nadenken over het godsbeeld dat zij overdragen. Toelichtend: „Dat godsbeeld blijkt uit bijvoorbeeld de aanspraak in het gebed en uit de al dan niet wisselende inhoud van het gebed. Bepalend is verder of ouders alleen op zondag of bij problemen God zoeken en hoe afhankelijk de ouders zijn van de Heere, ook als het gaat om kleine dingen. Vooral jonge kinderen moeten aan de ouders kunnen zien Wie God is.”
Jongeren hebben behoefte aan geestelijke identificatiefiguren, zo blijkt. „Aan mensen die hun laten zien dat het goed is om de Heere te dienen.” Daarnaast hebben ze een klimaat nodig waarin openheid is voor het gesprek over hun twijfels en vragen. De Regt onderstreept verder het belang van een goede relatie met ouders en het gebed om het werk van de Heilige Geest.
Het geheel van eigenschappen die de ondervraagden aan God toeschrijven, geeft blijk van een evenwichtig godsbeeld, stelt De Regt. Jongeren noemen God liefdevol, heilig, Helper in nood en rechtvaardig. „Ik vraag me wel af of dit ontstaan is door ervaring of slechts door verstandskennis. De vrije antwoorden in de enquête laten zien dat jongeren kunnen worstelen met samenbrengen van Bijbelse gegevens en gebeurtenissen als het overlijden van een geliefde.”
Kloof
In de enquête-uitkomsten bespeurde de jeugdwerkadviseur dat het godsbeeld van veel jongeren beïnvloed wordt door wat zij „veel regeltjes in de kerk” noemen. „Binnen onze kerkelijke kring is het vormgeven van de eigen identiteit door bijvoorbeeld kleding- en muziekstijlen aan Bijbelse regels gebonden. Omdat de samenleving jongeren juist volop vrijheid geeft, kan het verschil in cultuur voor vervreemding zorgen”, denkt De Regt. Ze bepleit daarom het zoeken naar raakvlakken tussen kerk en cultuur. „Daarmee bedoel ik niet dat we ons klakkeloos moeten aanpassen aan de cultuur. Ik zeg ook niet meteen: haal bij de catechese de beamer maar naar binnen. Toch is het goed om te bedenken hoe we de brug kunnen slaan. Want er ís een kloof. Jongeren leven in twee werelden. Dat willen ze niet, dat is zo.”
Andere werkvormen, visuele ondersteuning van de stof en de dialoog aangaan, sluiten volgens de jeugdwerkadviseur beter aan bij jongeren, vooral bij de ’doeners’. „Jongeren krijgen veel met beelden te maken en hun vermogen om lang te luisteren wordt steeds minder. Iets met woorden uitschilderen of een voorbeeld geven, kan al helpen.”
Catechisatie
De Regt is verder voorstander van het verlagen van de leeftijd waarop kinderen voor het eerst catechisatie krijgen. Ook omdat uit haar onderzoek blijkt hoe gemakkelijk kinderen iets opnemen en hoe onbevangen ze zijn.
Niet alleen de vader en moeder beïnvloeden het godsbeeld, ook de kerk drukt haar stempel, zo blijkt uit de scriptie. Tegelijk geven „heel veel” jongeren aan dat ze, hoewel ze iets leren van de preek en de Bijbel, deze moeilijk kunnen begrijpen. „Ook degenen die betrokken zijn”, zegt de jeugdwerkadviseur. „Dat is een grote zorg en vraagt onze aandacht. Het is nodig dat we kernbegrippen uitleggen en handvatten aanreiken voor het lezen van de Bijbel.”
Belijdenisgeschriften
In haar scriptie stelt De Regt vast dat de cultuur impliciet het godsbeeld van jongeren kan beïnvloeden omdat die de identiteitsvorming beïnvloedt. Door de nadruk op beleving en zelfontplooiing zijn ook jongeren geneigd om een God te creëren naar eigen wensen en behoeften. „Door de zondeval is ons beeld van God verduisterd”, zegt ze. „Jongeren denken: Ik wil mezelf zijn en God moet mij accepteren. De Bijbel, waarin God Zich openbaart, gaat echter ook tegen ons in. Dan moeten wij toch voor Hem buigen.”
Velen beroepen zich met hun godsbeeld op de Bijbel, beaamt De Regt. „Daarom kan het zo helpen als we ons mee laten nemen door de catechismus of de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Deze belijdenisgeschriften stellen de Bijbel op een evenwichtige manier aan de orde en laten zien Wie God is.”