Een scherpe preek is niet bot
„Zijn we bang om mensen pijn te doen met een radicale prediking van zonde en genade?” Ds. H. J. Lam ziet deze angst als een van de uitwassen van het psychologisch duiden van de preek. Dat zei hij dinsdag in Sebaldeburen op de predikantencontio van het noorden van de Gereformeerde Bond.
Ds. Lam, voorzitter van de Gereformeerde Bond en predikant in Ridderkerk, doelt op de rol van de psyche. Die filtert volgens hem de boodschap van het Evangelie. Het godsbeeld van de hoorder, evenals zijn persoonlijkheid en gemoedstoestand zijn van groot belang voor wat hij meekrijgt uit de preek.Met een goede theologie zit het met de psychologie ook goed, aldus ds. Lam. Er is sprake van goede theologie als de tweeslag van wet en Evangelie in de preek voorkomt. „Dan zijn preken behoorlijk vonnissend, veroordelend. Maar ook uitermate vertroostend en helend. Waarom zijn we dan bang om mensen pijn te doen? Is het misschien dat predikers onvoldoende doordrongen zijn van Paulus’ woorden „wee mij, als ik het Evangelie niet verkondig?””
Draadjes
De predikant reageert daarmee op het proefschrift van Hanneke Schaap-Jonker, ”Voor het aangezicht van God”. Door het lezen van dit boek werd hij zich weer extra bewust dat er „behoorlijke psychologische dimensies aan het predikantsvak zitten.”
Het godsbeeld van de hoorder is de deur waardoor de preek naar binnen komt, betoogt ds. Lam. De persoonlijkheid is daarvan niet los te maken. „Het onderzoek van Schaap wijst uit dat de reactie op de preek voor meer dan de helft voorspeld kan worden uit het godsbeeld en de stemming van de hoorders.”
Ook predikanten moeten zich bewust zijn van hun eigen godsbeeld en persoonlijkheid. „Hoe komt God naar voren in onze preken? Als Rechter, Redder, Heiland of Vader? Dat zegt iets over ons beeld van God.”
Een preekbespreking met de kerkenraad, een predikantenkring of het thuisfront kunnen behoeden voor te sterke eenzijdigheden in de prediking, stelt de predikant. „Aan iedere dominee zit wel een draadje los. Er moeten echter niet te veel draadjes loszitten.”
Door zich bewust te zijn van de psychologische impact van woorden in de preek en door te dialogiseren, kan de predikant drempels wegnemen tussen preek en hoorder. Dialogiseren is het in gesprek zijn met de luisteraars door vragen en wedervragen. „Dat is het geheim van veel oefenaars, zoals wijlen ds. Van der Poel, predikant van de oud gereformeerde gemeenten.”
Voor alles theoloog blijven. Daarvoor waarschuwde ds. Lam ondanks zijn waardering voor een psychologische insteek van de predikkunde. „Als we zouden moeten kiezen tussen de vakken klinische psychologie en Latijn, dan valt de keuze toch op het laatste vak. Bovendien staat of valt een goede preek, een preek die overkomt en zondaren bekeert, niet met een goede psychologie, maar wel met een goede theologie.”
Vonnissend
Het „pijn doen” van preken roept vragen op bij de aanwezige predikanten. Wat als gemeenteleden zich aan een waarschuwende preek ergeren en ’s zondags wegblijven? Ds. Lam erkent dat een oordelende preek wel bij het tekstgedeelte moet passen en geen „loopje” mag worden. „Als je uit je eigen aanvechting en verlegenheid erover preekt, heb ik het gevoel dat er iets met mensen gebeurt. En natuurlijk is een scherpe preek iets anders dan een botte preek.”
Drs. P. J. Vergunst, algemeen secretaris van de Bond, vult aan dat mensen op zondagochtend niet hun bed uitkomen om in de kerk te horen dat ze onbezorgd mogen verder leven. „Confronteren is eerlijk zijn. Daar is de samenleving aan toe.”
De predikantencontio voor het noorden wordt twee keer per jaar gehouden, in april en in november. Afwisselend wordt een lezing gehouden door een bestuurslid van de Bond en een predikant uit Friesland, Groningen of Drenthe. Verder is het mogelijk om op de ontmoetingsdag mogelijke knelpunten met elkaar en met het Bondsbestuur te bespreken.