Levenslang geëist voor oorlogsmisdaden Rwanda
De 40-jarige Joseph M. verdient een levenslange straf voor onder meer het afslachten en verkrachten van Tutsi’s in het voorjaar van 1994. Die eis legde officier van justitie Van Bruggen dinsdag op tafel bij de rechtbank in Den Haag. De misdrijven die M. volgens justitie heeft begaan, vonden plaats tijdens de geweldsexplosie van dat jaar in het Afrikaanse land. In honderd dagen slachtten Hutu’s ongeveer 800.000 Tutsi’s en gematigde Hutu’s af.
Volgens de aanklaagster spreekt uit de daden van Joseph M. „minachting voor menselijke waarden en een schokkend sadisme".Het Openbaar Ministerie (OM) beschuldigt M. er onder meer van dat hij in april 1994 heeft deelgenomen aan een massale aanval op een groep van duizenden Tutsi-vluchtelingen in een kerkelijk complex. Hij zou mensen hebben beschoten, hij zou vrouwen hebben verkracht en hen de keel hebben doorgesneden. Ook heeft hij volgens het OM deelgenomen aan het vermoorden van vrouwen en kinderen die in een ambulance zaten. Bij een andere gelegenheid zou M. de opdracht aan anderen hebben gegeven om vrouwen te verkrachten, die daarna werden vermoord.
De aanklagers wekten in hun uitgebreide requisitoir de gruwelen van ruim veertien jaar geleden tot leven. Verhalen over bloedbaden, groepsverkrachtingen en het doodslaan van mensen met knuppels en machetes passeerden de revue. Uit de vele tientallen getuigenverklaringen spreekt volstrekte minachting van de daders voor hun slachtoffers.
Een sprekend voorbeeld daarvan vindt het OM de kidnapping van drie kinderen. Zij werden door M. en zijn mannen bij hun ouders en grootouders weggehaald en er is nooit meer iets van hen vernomen. De aanklaagster vindt het typerend voor M. dat hij tot op de dag van vandaag weigert te zeggen wat er met die kinderen is gebeurd, al was het alleen maar om het leed van hun nabestaanden een heel klein beetje te verzachten.