Het conflict heeft alles te maken met de havenpensioenen. Stichting Optas beheerde die pensioenen, die vandaag de dag een waarde van zo’n 1,7 miljard euro vertegenwoordigen. De rechten werden vorig jaar doorverkocht aan verzekeraar Aegon. Sindsdien is er mot over het vermogen. De Stichting Optas wil met de 1,3 miljard euro die het voor het pensioenfonds ving, sociale en culturele projecten in Amsterdam en Rotterdam sponsoren.De partijen in de haven, verenigd in de Stichting Belangenbehartiging Pensioengerechtigden van de Vervoer- en Havenbedrijven (SBPVH), verzetten zich daar tegen. Zij willen dat het geld wordt gebruikt om de koopkracht van oud-havenwerkers op peil te houden. Optas heeft inmiddels aangeboden de claim af te kopen voor een bedrag van 350 miljoen euro, zeg woordvoerder Ton Jansen van de SBPVH. Vrijdag wordt besloten of ze daarop ingaan. „Grote kans van niet".

Ondertussen loopt sinds 23 oktober een procedure bij de Ondernemingskamer in Amsterdam, aangespannen door de SBPVH. Daarbij wordt de jaarrekening van Aegon onder de loep genomen. Volgens de stichting heeft Aegon het pensioen van de havenwerkers onterecht toegevoegd aan het eigen vermogen. In deze procedure worden ook de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en de Nederlandsche Bank (DNB) gehoord over de juistheid van de jaarrekening van Aegon.

Bovendien eist de SBPVH medio november voor de rechtbank in Den Haag dat het bestuur van Optas ontheven wordt uit zijn functie. „Op basis van wanbeleid", verduidelijkt Jansen.