De vrouw schoot op 27 maart in Deventer zes keer van nabij op het slachtoffer, die net bezig was de zoon van school te halen. De man raakte zwaargewond. De rechtbank acht niet bewezen dat ze wist of kon zien dat de jongen naast het slachtoffer in de auto zat, zoals de officier van justitie beweerde. De uitspraak is conform de eis van de officier.De zoon bleef bij de schietpartij ongedeerd. Volgens de voorzitter van de rechtbank heeft de schietpartij letterlijk en figuurlijk diepe wonden achtergelaten. Hij noemde het schietincident een zeer traumatiserende gebeurtenis voor de kinderen en ouders op het schoolplein die het zagen gebeuren.

De advocaat van G. meende dat zijn cliënt niet met voorbedachten rade handelde. De rechtbank was het daarmee oneens. De vrouw schoot eerst op de man toen die nog naast zijn auto stond. Toen deze in de auto stapte, schoot ze opnieuw. Daarnaast had G. tegenover de politie verklaard meerdere keren geschoten te hebben om het slachtoffer „eens goed te raken".