Vrouw kiest bewust voor deeltijdbaan
De meerderheid van de in deeltijd werkende vrouwen heeft niet de zorg over jonge kinderen maar werkt toch welbewust niet voltijds.
Dat blijkt uit de studie ”Verdeelde Tijd” die het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) dinsdag presenteerde. Van alle in deeltijd werkende vrouwen is 41 procent moeder van jonge kinderen.De arbeidsduur van vrouwen hangt, anders dan tot nu toe werd aangenomen, dus slechts gedeeltelijk samen met de zorg voor jonge kinderen, zo stelt het SCP. Beleid gericht op bevordering van het aantal uren dat vrouwen werken, moet daarom meer behelzen dan het vereenvoudigen van de combinatie tussen werk- en zorgtaken (zoals door ruimere verlofregelingen en goedkopere kinderopvang).
Het SCP constateert dat waar in de jaren tachtig van de vorige eeuw deeltijdwerk nog actief werd gepromoot, het verschijnsel de laatste jaren door de overheid „wordt geproblematiseerd.” Door vrouwen vaker en vooral langer aan het werk te krijgen, denkt het kabinet de vergrijzing het hoofd te kunnen bieden en tevens de economische zelfstandigheid van vrouwen te bevorderen. Hiertoe is eerder dit jaar door het kabinet de Taskforce DeeltijdPlus geïnstalleerd.
In de SCP-studie wordt een antwoord gegeven op de vraag waarom in Nederland relatief veel vrouwen in deeltijd werken. Drie op de vier werkende vrouwen hebben hier een deeltijdbaan en sinds 1971 is het percentage Nederlandse vrouwen dat voltijds werkt zelfs nauwelijks gestegen.
Volgens het SCP kiezen vrouwen er om uiteenlopende redenen vaak heel bewust voor om in deeltijd te werken. Voor moeders weegt het zelf willen zorgen voor hun kinderen veruit het zwaarst. Vrouwen zonder (jonge) kinderen noemen in dit verband het huishouden, tijd voor hobby’s, sociale contacten en voor zichzelf. Ook de wens tijd vrij te hebben voor vrijwilligerswerk en mantelzorg speelt mee in de keuze voor deeltijdwerk. Slechts 7 procent van de vrouwen zegt hiervoor niet zelf te hebben gekozen.
Dat vrouwen het leeuwendeel van de huishoudelijke en zorgtaken verrichten en hun partner voor het basisinkomen zorgt, wordt door beiden vanzelfsprekend gevonden en „steunt” op een „op traditionele leest geschoeide taakverdeling tussen mannen en vrouwen.” Hierdoor, en omdat de redenen voor vrouwen om in deeltijd te werken zo divers zijn, acht het SCP het voor de overheid niet eenvoudig om de arbeidsduur van vrouwen te verhogen. Hiertoe „lijkt een cultuuromslag nodig”, stellen de onderzoekers.
Toch is volgens het SCP een verhoging van de arbeidsduur van vrouwen (vooral die met een kleine deeltijdbaan) mogelijk van gemiddeld vijf uur per week, mits aan enkele voorwaarden wordt voldaan, zoals flexibelere werktijden, financiële vooruitgang en inhoudsvoller werk. Anderzijds zou een deel van de vrouwen met een omvangrijke baan het aantal arbeidsuren echter juist wat willen terugbrengen.