Rob van de Weghe zei dit zaterdag bij de presentatie van zijn boek ”Gefundeerd geloof”.Van de Weghe groeide op in een rooms-katholiek gezin in Papendrecht. Op school en de universiteit leerde hij „de feiten” van de evolutie. Jezus en het geloof waren voor hem fabeltjes. Toch kwam hij nooit helemaal los van zijn wortels. Hij emigreerde met zijn gezin in 1997 naar Amerika en wilde daar in korte tijd veel geld verdienen in de automatiseringssector. Zijn carrière was zo succesvol dat hij zich twee jaar later al kon terugtrekken uit het arbeidsproces als vicepresident van een multinational.

Toen gebeurde er iets schokkends: zijn vrouw kwam tot geloof. Als een goed echtgenoot ging hij af en toe met haar mee naar de kerk. „Net als alle christenen, van wie ik dacht dat ze goedgelovig waren, ging ik op zoek naar een antwoord op de vraag naar het bestaan van God, de betrouwbaarheid van de Bijbel en of Jezus van Nazareth wel de Zoon van God is. Dat wilde ik wetenschappelijk bewijzen. Van goedgelovigheid kwam ik uit bij een gefundeerd geloof”, zegt hij. Van die zoektocht naar een gefundeerd geloof doet hij verslag in zijn boek, dat zaterdagavond in de hervormde Sionskerk in Papendrecht werd gepresenteerd.

Tijdens zijn zoektocht werd zijn geloof in de evolutietheorie aan het wankelen gebracht. „Een van de grootste vragen van de wetenschap is nog altijd waar het leven vandaan komt”, zegt Van de Weghe. „Ik ontdekte factoren die nodig zijn om leven te laten bestaan op aarde. De Bijbel, als uniek boek, verklaart de belangrijkste: de schepping, terwijl archeologische ontdekkingen tal van Bijbelverhalen bevestigen.”

De vier evangeliën zijn voor hem doorslaggevend, zegt hij. Ook twijfelt hij er niet aan dat Jezus de Zoon van God is. „De wonderen die Hij deed en de voorspellingen van Zijn komst waar de profetieën van spreken, laten daar geen twijfel over bestaan.” De opstanding van Jezus Christus is voor Van de Weghe een absolute doorbraak. Dat feit noemt hij de geboorte van het christendom.

Bij de presentatie van het boek sprak dr. ir. J. van der Graaf, oud-algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond. Hij zei gefascineerd te zijn door het boek van Van de Weghe. Temeer omdat in zijn studententijd zijn geloof ook aan het wankelen is gebracht door de evolutietheorie. „Ik had het er Spaans benauwd mee die theorie te verdedigen. Totdat mijn predikant vanaf de preekstoel zei dat de wetenschap het wonder niet aanvaardt. Het wonder past niet in de wetenschap.”

Hij ontdekte dat de natuurwetenschap haar basis heeft in het christelijke westen. „Beoefenaars van de natuurwetenschap waren stuk voor stuk christenen.”

Met de natuurkundige Isaac Newton is Van der Graaf van mening dat Psalm 8 de basis is van de natuurwetenschap. „God heeft de geschapen werkelijkheid aan ons in beheer gegeven. De werken van Gods mond en van Gods hand kunnen elkaar niet tegenspreken.

De basis van de natuurwetenschap van vandaag is het experiment: alles wat je kunt aantonen. Maar natuurwetten zijn een scheppingswonder. Achter dat machtig grote bouwwerk van de schepping moet wel een groot Architect zitten. Alle wonderen die Jezus heeft verricht, kan de wetenschap niet verklaren. Ze zijn alleen te geloven. Maar God kan de wetenschap wel gebruiken om wonderen te verrichten”, aldus Van der Graaf.