Dienstauto in gebruik voor privé
Gemeentelijke en provinciale bestuurders mogen in de toekomst meer gebruikmaken van hun dienstauto’s.
Burgemeesters, wethouders, gedeputeerden en commissarissen van de Koningin kunnen straks op kosten van de overheid hun dienstauto gebruiken voor al hun nevenfuncties, ook als die niets met hun ambt te maken hebben.De Belastingdienst beschouwt zulke ritjes als privégebruik en blijft daarover belasting heffen. Maar gemeenten en provincies krijgen de mogelijkheid hun bestuurders daarvoor te compenseren. Het kabinet ging vrijdag akkoord met een voorstel van die strekking van minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken.
In het Gemeentefonds en het Provinciefonds is geld gestort om heffingen van de afgelopen jaren te compenseren. Hoeveel geld daarmee is gemoeid, kon een woordvoerder van het departement niet zeggen.
Van de Belastingdienst mogen alleen ritten voor een politieke partij of andere ambtsgebonden nevenfuncties als zakelijke ritten worden aangemerkt. Andere bijbanen vallen onder het privégebruik en leiden regelmatig tot een fikse fiscale bijtelling.
De voorstellen om de zogeheten rechtspositiebesluiten voor de gemeentelijke en provinciale bestuurders te veranderen, gaan eerst voor advies naar de Raad van State. Als de plannen daarna bij de Tweede Kamer worden ingediend, worden ze pas openbaar.