Dichter bij Dordt
Een oud rijmpje gaat ongeveer als volgt: „Tiel is nie viel, Bommel is rommel, hoe dichter bij Dordt, hoe rotter het wordt.” Dat de toestand vanuit de rivier gezien naar het westen toe steeds slechter wordt, zal veroorzaakt worden door de natuurlijke gesteldheid van bodem of waterwegen.
Het rijmpje ten spijt, Dordrecht is een prachtige stad. Enkele weken geleden mocht ik er een dag doorbrengen. De uitgebreide en instructieve rondleiding door de Grote Kerk vormde een hoogtepunt.De Grote Kerk is toch wel bijzonder. Naast de indrukwekkende architectuur valt het oog op de prachtige zolderschilderingen en het houtsnijwerk, een fraai uitgehakte marmeren preekstoel en de mooie -oude- glas-in-loodramen. Jammer dat in zo’n gewijde en historische omgeving elementen toegevoegd worden die er, naar mijn smaak althans, niet horen. Ik denk aan de nieuwe glas-in-loodramen waarop niet de Bijbel maar het werken van de Dordtenaren in het hier en nu centraal staat. En aan het witte barokorgel in een van de zijbeuken.
Synode
Gewijd en historisch. Beide woorden zijn van toepassing op dit godshuis. Al vroeg is de kerk, gelukkig met behoud van een groot deel van de oude cultuurschatten, overgaan tot het protestantisme. Geslacht na geslacht heeft er sindsdien onder Gods Woord gezeten.
Henen uit
Maar ook historisch. De Nationale Synode van 1618-1619 werd weliswaar gehouden in de inmiddels gesloopte Kloveniersdoelen, maar de opening en sluiting vonden plaats in de Grote Kerk. In de rondleiding kwam de synode slechts zijdelings aan de orde. We stonden even stil bij de maquette, gemaakt naar het bekende schilderij waarop de synodeleden afgebeeld zijn op de plaatsen die zij innamen.
Die maquette heeft iets te zeggen. Ds. Bogerman, de synodepreses, bezet het voorgestoelte. In gedachte zie je hem opstaan uit zijn zetel, met boos gezicht, de hand opheffende en de vinger wijzende naar de deur: henen uit! Het is 14 januari 1619. Een historische datum: de Remonstranten wordt de verdere toegang tot de zittingen geweigerd. En dat met instemming van de Nederlandse afgevaardigden en de buitenlandse gasten. De Remonstranten waren er overigens niet als gelijkwaardige partij, maar als beklaagden. Hun opvattingen werden afgewezen. Door hun gedrag werden zij uitgedreven.
Een historisch moment, want de kerk van Nederland spreekt uit een gereformeerde kerk te zijn. De standpunten tegen de Remonstranten werden weergegeven in vijf punten en vormen als zodanig een van onze belijdenisgeschriften: de Dordtse Leerregels. Het geschrift is vooral voor Nederland van belang. De ”Five points of Calvinism” worden internationaal echter gezien als dé wezenlijke kenmerken van een calvinistische, en dus gereformeerde leer.
Een paar maanden geleden klonk de oproep om te komen tot een nieuwe nationale synode. De kerk van Nederland zou haar roeping in dezen nu moeten verstaan. Over twintig jaar is het wellicht met haar gedaan, dan kan het niet meer.
Langste psalm
Dat laatste is nog maar de vraag. Weliswaar ligt onze zorg vaak het meest bij onze eigen kerk: haar ledenaantallen, bezittingen, invloed op de samenleving. Daarmee wordt de continuïteit van de Kerk echter niet gewaarborgd. Daarvoor staat God Zelf in. Hij heeft immers beloofd dat Hij Zijn Kerk in stand houdt totdat de laatste van Zijn kinderen toegebracht zal zijn en dat Hij dan zal wederkomen? Zijn Kerk is niet van ons afhankelijk, gelukkig niet.
In gedachten zie ik die nieuwe nationale synode voor me. Wie krijgen er wel of niet een uitnodiging? Zijn er ook aangeklaagden, of zitten allen er als gelijkwaardige partijen? Is er ruimte om het ”henen uit” te laten klinken tegen wat zich verheft tegen Gods Woord en de oude gereformeerde belijdenis?
Iedereen die de kerkelijke kaart van Nederland kent, beseft dat het bijeenroepen van een nieuwe nationale synode een illusie is. De publieke belangstelling ontbreekt. Zo’n 400 jaar geleden hielden kerk, staat en maatschappij de adem in, want de besluiten die te nemen waren, zouden voor allen van invloed zijn op het dagelijks leven. Nu haalt het begrip nationale synode alleen in komkommertijd de krant. Er is nauwelijks wederzijdse herkenning en erkenning van de diverse stromingen binnen het Nederlandse protestantisme. Zullen we ooit in staat zijn de sjibbolets te overwinnen om vervolgens tot de kern te geraken? Hebben we de moed om gezamenlijk te definiëren wat werkelijk gereformeerd is en een krachtig geluid te laten horen tegen alles wat afwijkt van Gods Woord? Er is feitelijk ook geen innerlijk verlangen naar geestelijke eenheid met hen die in leer en leven op dezelfde grondslag staan. Omdat we het best naar onze zin hebben in onze kerkjes.
Een nationale synode zit er voorlopig niet in. Het verlangen naar eenheid is echter legitiem. Bijbels zelfs. Maar dan alleen naar eenheid met hen die, volgens Petrus, een even dierbaar geloof met ons verkregen hebben door de rechtvaardigheid van onze God en Zaligmaker, Jezus Christus. Laten we naar die eenheid staan in onze gezinnen en in onze kerken. Laat het een onderwerp zijn in onze persoonlijke gebeden. Omdat we elkaar hard nodig hebben in deze tijd van verwarring en verval. Maar vooral om Jezus bevel: Vader, Ik wil dat zij één zijn…
En mocht het God ooit behagen ons bij elkaar te brengen in een nieuwe nationale synode, laat dan ter opening gezongen worden uit de langste psalm: Ik ben een vriend, ik ben een metgezel van allen die Uw Naam ootmoedig vrezen, en leven naar Uw Goddelijk bevel.
Ootmoedige vrees, Goddelijk bevel. Deze woorden van de dichter van 119 vormen de sleutel voor het welslagen van Dordt 2.