Opinie

Belijdenis komt in de vitrinekast

De keuze van de toekomstige Samen op Weg-kerk om artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis onverkort op te nemen, lijkt op het eerst gezicht een goede te zijn. Ds. M. A. van den Berg

21 November 2002 11:29Gewijzigd op 13 November 2020 23:57

constateert op grond van de toelichting echter dat het juist een bewijs is dat de oude belijdenisgeschriften slechts een symbolische waarde krijgen. In de discussie over de plaats die de gereformeerde belijdenis toegewezen krijgt in de toekomstige Samen op Weg-kerk is onlangs opnieuw duidelijk geworden dat de confessie uiteindelijk slechts een historische waarde heeft. De oriëntatie op het voorgeslacht brengt met zich mee dat men de wijze waarop de vaderen het geloof verstaan en verwoord hebben in de diverse belijdenisgeschriften erkent, zonder echter de verbindende kracht voor het belijden in het heden te aanvaarden. De Drie formulieren van Enigheid worden in de Kerkorde niet genoemd. Ze liggen in de vitrine van het kerkelijk museum, waar ze eventueel met bewondering kunnen worden bekeken, maar waar ze zeker niet uit mogen worden weggehaald om ze daadwerkelijk te hanteren. Daarom is het kennelijk geen enkel probleem om elkaar in éénzelfde verband op te nemen ondanks de op onderdelen tegensprekende geschriften.

Onlangs werd van deze positie van de belijdenis een treffende illustratie gegeven. Enkele gereformeerde lidmaten vroegen zich af op welke wijze artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis in de nieuwe kerkorde aanwezig zal zijn, met of zonder haken. Immers, in de Gereformeerde Kerken is het gedeelte uit dit artikel, dat belijdt dat de overheid geroepen is om tegen de valse godsdienst op te treden, tussen haken gezet en zo buiten werking gesteld. Men zag een dergelijke belijdenisformule, in de gewijzigde situatie van de verhouding van kerk en staat, als niet meer passend bij de realiteit.

Nu gaat het mij hier niet om de inhoudelijke discussie over deze kwestie, maar wel over het opmerkelijke antwoord dat deze gereformeerde lidmaten van de kerkleiding kregen. In de nieuwe kerkorde wordt artikel 36 zonder haken opgenomen. Dat lijkt positief voor de gereformeerde theocraten, in de Hervormde kerk, die altijd bezwaar hebben gehouden tegen de eigenmachtige besnoeiing van Kuyper. De nieuwe kerkorde keert zowaar terug tot de oorspronkelijke belijdenis! Opnieuw zullen de gereformeerden een nederlaag moeten slikken. Ze raken iets kwijt dat mede tot hun confessionele identiteit behoorde.

Toch is deze ’onverkorte handhaving’ van artikel 36 bij nader inzien geen winst. De motivatie die erbij gegeven wordt, werkt ontnuchterend. Als men de belijdenisgeschriften werkelijk in overeenstemming zou willen brengen met de theologische en kerkelijke situatie waarin wij nu verkeren, dan zou er ook bij vele andere artikelen niet veel meer op de plaats blijven. Dus het beste is om de formuleringen van de formulieren maar gewoon te laten zoals ze zijn, omdat ze toch niet hoeven te functioneren als teksten die een verbindende kracht hebben. Ze zijn nu dus officieel tot archiefstuk verklaard. Daarom is het voortaan zo dat er in de nieuwe kerk legitieme ruimte is voor een radicaal ander verstaan is van de grondstukken van het christelijk geloof, bijvoorbeeld over de verzoening, of over het gezag van de Heilige Schrift, met alle ethische consequenties van dien.

De vraag die de gereformeerde lidmaten stelden, kwam voort uit een bepaalde visie op de belijdenis, die oorspronkelijk ook bij hervormd-gereformeerden aanwezig was. Ook al zijn we het met Kuypers ”haken” in artikel 36 niet eens, we moeten wel beseffen dat ze werden aangebracht vanuit de overtuiging dat de belijdenis ook daadwerkelijk in het heden zal moeten functioneren voor het kerkelijk leven. De belijdenis moet in het kerkelijk leven worden gehandhaafd.

Dat is ook altijd de overtuiging geweest van de gereformeerden die binnen de Hervormde kerk zijn gebleven. De Gereformeerde Bond is opgericht met het verlangen om een middel te mogen zijn waardoor de Hervormde Kerk weer terug zou mogen keren tot Dordt. De Dordtse kerkorde, met de absolute binding aan de gereformeerde belijdenis, is daarbij altijd het ijkpunt geweest. Over de wijze waarop de belijdenisgeschriften zouden moeten functioneren in het kerkelijk leven was niet zoveel verschil van mening met Kuyper en de zijnen, al waren er kerkmuren die verdeelden.

De hervormd-gereformeerden hebben ook altijd volgehouden dat, al was er feitelijk geen handhaving van de belijdenis te bemerken in het geheel van de Hervormde Kerk, er rechtens toch alle ruimte was voor de roeping om de kerk exclusief daaraan te blijven houden. Maar bij deze roeping was de ruimte in de Hervormde kerk altijd wel zeer klein, en was het een voortdurende aangevochten vraag in hoeverre men nog met een goed geweten gereformeerd kon zijn binnen een kerk die feitelijk de ruimte gaf aan allerlei wind van leer.

Er wordt straks nog wel ruimte in de kerk gelaten om naar Schrift en belijdenis het Woord te bedienen. Maar er kan op geen enkele manier meer sprake zijn van een confessionele kerkelijke verplichting daartoe. De hervormd-gereformeerden konden in het begin van de vorige eeuw nog met recht binnen de Hervormde Kerk, met het oog op haar totaliteit, blijven pleiten voor een herstel van Dordt. In de nieuwe kerk is dat niet meer reëel. Alleen al het feit dat men een speciale raad in zal stellen om de zaken van de gereformeerde belijdenis binnen de Samen op Weg-kerk te behartigen, is het bewijs dat de Drie Formulieren van Enigheid alleen nog een deelbelang is van een minderheidsgroep die daarnaar wenst te blijven leven, en zeker niet wezenlijk voor het geheel van de protestantse kerk. De confessionele grondslag van de nieuwe kerk is wezenlijk een andere. De gereformeerde belijdenis is uitzonderingspositie geworden. Zij die de Drie Formulieren allang niet meer zagen zitten, zal het weinig kunnen schelen. Voor hen mogen de belijdenisgeschriften netjes onder glas blijven liggen. Maar zij die als hervormd-gereformeerden hun roeping zien om meer dan alleen te pleiten voor de ruimte om het Woord vrij te verkondigen, maar ook om de hele kerk aan de belijdenis te houden, zullen dat niet meer in geweten kunnen doen als ze de kerkorde van de nieuwe kerk aanvaarden.

De auteur is hervormd predikant in Zoetermeer.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer