In het rapport staat dat de Nederlandse economie zich langzaam zal herstellen. De groei van het bruto binnenlands product (bbp) zal volgend jaar beperkt blijven tot 1,5 procent. In 2004 zal de groei uitkomen op 2,4 procent, aldus de organisatie van dertig geïndustrialiseerde landen.

Eerder dit jaar had Nederland te maken met een achteruitgang van zijn economie. Dat kwam voor een deel doordat de export afnam, wat werd veroorzaakt door een verslechtering van de Nederlandse concurrentiepositie. Ook de binnenlandse vraag nam af. Sommige producten werden na de invoering van de euro duurder. Verder deden veel mensen het zuinig aan door de koersdalingen op de aandelenmarkt. Het consumentenvertrouwen is in negen jaar niet zo klein geweest, aldus de OSEO.

Om de groei te herstellen is het raadzaam de lonen niet al te veel te laten stijgen. Een sterke loonstijging dwingt werkgevers de prijzen voor hun producten te verhogen. Dat komt de concurrentiepositie van Nederland niet ten goede, aldus de OESO. De kans bestaat dat de loonkosten stijgen door een verhoging van de pensioenpremie. Die verhoging kan nodig zijn omdat pensioenfondsen op de beurs veel geld hebben verloren.

Het al dan niet matigen van de lonen is een belangrijk onderdeel van het najaarsoverleg. Kabinet, werkgevers- en werknemersorganisaties zijn het niet eens over de vraag met hoeveel de lonen omhoog kunnen gaan. De werkgevers willen de lonen volgend jaar gelijke tred laten houden met de verwachte inflatie van 2,25 procent. De bonden nemen die 2,25 als oriëntatiepunt. De vakcentrale FNV heeft gezegd vast te zullen houden aan een looneis van 3,5 procent. Het kabinet dringt al geruime tijd aan op loonmatiging.

Bij het herstel van de economische groei moet Nederland het vooral hebben van de export. De investeringen zullen pas in 2004 toenemen, wanneer de mondiale economie weer op gang komt, aldus de OESO.