Gezinsnota gevolg van afnemende invloed kerken
De komst van de Gezinsnota van minister Rouvoet is deels toe te schrijven aan de afnemende invloed van de kerk, stelt Jan Willem Roseboom. Voor kerken is dit een mooi moment om zich te bezinnen op de functie die zij vervullen voor gezinnen binnen en buiten de gemeente.
De minister voor Jeugd en Gezin deed deze week een knappe poging om zijn programmaministerie te presenteren als eigentijds en noodzakelijk. Mensen die het gezin belangrijk vinden, reageren veelal enthousiast op de Gezinsnota. Tegelijkertijd dringt de vraag zich op: moet de overheid zich zó actief met het gezin bemoeien?Een groot risico van een programmaministerie is namelijk dat het thema gezin en opvoeding onnodig geproblematiseerd wordt. Want waarom zou de regering aandacht besteden aan iets wat goed gaat? De meeste gezinnen en kinderen functioneren prima en er blijven nog altijd veel meer relaties in stand dan er verbroken worden.
Het is daarom belangrijk om de discussie bij het juiste uitgangspunt te beginnen. Namelijk dat iedere ouder graag wil dat het goed gaat met de kinderen, met de relatie met de partner en met het gezin als geheel. Alleen op die basis is een zinvol gesprek over het thema gezin mogelijk. Want welke ouder wil als potentiële probleemouder aangemerkt worden?
Onzekerheid hebben ouders al genoeg, want de lat ligt op veel terreinen hoog. Ouders krijgen hun kinderen meestal in een voor hun carrière cruciale fase, het mag die kinderen aan niets ontbreken en het ouderschap mag geen inbreuk plegen op het bomvolle sociale leven. We -ik maak er zelf deel van uit- zijn een en-en-generatie.
Dat gegeven op zich leidt niet automatisch tot problemen. Maar voor een gezin waarin zo veel gebeurt, geldt een belangrijke wetmatigheid: het gaat nooit vanzelf goed, wel vanzelf mis.
Onkruid
Vergelijk het maar met een achtertuin: als je er niets aan doet, komt het onkruid vanzelf, vallen de mooie dingen minder op en lukt het steeds minder om te genieten van wat je hebt. Zo werkt het ook met relaties en opvoeding: het vraagt een investering om er iets moois van te maken.
Juist voor de en-en-generatie is het niet gek om proactief na te denken over hoe zij het gezin-zijn wil vormgeven. Dat gebeurt bijvoorbeeld tijdens de gezinscursus De Tijd van je Leven van de Family Factory. Daarvan zijn er nu zo’n vijftien actief -vooral in kerken- en dat gaan er nog veel meer worden.
De deelnemende ouders zijn gemotiveerd om te bouwen aan een gezond gezin maar merken dat dit niet vanzelf gaat. Er is veel herkenning als mensen hun verhaal vertellen. Dat geeft lucht, relativeert én inspireert. Even afstand nemen en nadenken over hoe je je gezin wilt vormgeven maakt dat je minder geleefd wordt en de juiste prioriteiten stelt.
In de vanzelfsprekendheid van het gezin-zijn zit meteen ook de valkuil: veel ouders denken meer na over de kleur van de babykamer dan over wat ze voor hun gezin belangrijk vinden. En dat terwijl ouders steeds minder voorbeelden om zich heen hebben die als wegwijzer kunnen dienen.
Hier lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat de komst van de Gezinsnota in elk geval deels is toe te schrijven aan het verdwijnen van de kerk uit het leven van de meeste mensen. Daarmee verdween immers ook een ’werkplaats’ voor (geloofs)opvoeding. Ouders konden er de kunst bij elkaar afkijken en ervaringen uitwisselen. De kerk hielp mee bij de geloofsopvoeding en bestreed een al te individualistische levenswijze.
Opvoedkring
Voor kerken is dit een mooi moment om zich te bezinnen op de functie die zij vervullen voor gezinnen binnen en buiten de gemeente. Veel ouders laten hun kind nog wel dopen, maar vinden daarna geen aansluiting bij de gang van zaken binnen de kerk. Een gezinscursus of opvoedkring kan een mooi antwoord zijn.
Ook waar het gaat om relaties en huwelijk zijn er talloze kansen. Tenminste, als de kerk functioneert als ooit bedoeld: een gemeenschap van mensen die innig verbonden zijn met hun Schepper en met elkaar.
Met de komst van onder meer diverse huwelijkscursussen en gezinscursussen hebben kerken instrumenten in handen om weer volop bij te dragen aan goed functionerende gezinnen. Hopelijk laten we dat niet alleen over aan de Centra voor Jeugd en Gezin, opvoedingsondersteuning en het leger relatietherapeuten.
Het is tijd dat de kerk op dit punt weer terrein en zelfvertrouwen terugwint. In de Naam van Degene die het gezin én de kerk heeft uitgevonden.
De auteur is coördinator van de Family Factory.