Opinie

Jongere hoort oudere niet op te voeden, maar andersom

Respect voor ouderen is een onvervreemdbaar onderdeel van iedere cultuur. Dat respect hangt samen met het onderwijs dat jongeren van de ouderen ontvangen. Jongeren leren immers van ouderen. Ze worden door ouders en ouderen opgevoed.

Dr. W. Fieret
7 November 2008 14:17Gewijzigd op 14 November 2020 06:41

Overal ter wereld heeft de opvoeding als doel om „een nog onvolwassen medemens naar de volwassenheid te brengen”, aldus een definitie van dr. G. Brillenburg Wurth. Een andere pegagoog, dr. N. Perquin, omschreef opvoeding als „de hulp van de voor de uitgroei van het kind verantwoordelijke personen opdat het volwassen worde.”Opvoeding die de Bijbel als uitgangspunt heeft, stelt een ander doel, namelijk kinderen opvoeden tot eer van God en tot heil van de medemens. Welke verschillende doelstellingen er vanuit de diverse levensbeschouwingen zijn ten aanzien van het opvoedingsdoel, het gaat er in alle gevallen om dat ouderen jongeren opvoeden.

In onze tijd komt dit scheppingsgegeven onder druk te staan. In toenemende mate is er sprake van inverse opvoeding, waarbij ouderen van jongeren leren. Dit is vooral het geval bij alles wat te maken heeft met zaken als computers, internet, digitale communicatie. Tot ongeveer hun 5e levensjaar vragen kinderen hulp aan hun ouders bij het computergebruik. Daarna neemt de hulpvraag af en zijn ze zelf in staat met de computer om te gaan.

Vanaf ongeveer 8 jaar ontstaat de omgekeerde situatie en is er sprake van inverse opvoeding: jongeren leren ouderen hoe ze moeten omgaan met digitale media. Hoe vaak komt het niet voor dat ouderen aan jongeren moeten vragen of ze willen helpen. Jongeren zijn namelijk veel handiger in het oplossen van problemen op dit gebied. Problemen is eigenlijk niet het goede woord, want meestal gaat het alleen maar om een gebrek aan kennis, vaardigheden en ervaring.

Het is overigens van alle tijden dat jongeren vaak handiger zijn dan ouderen. Daarbij gaat het inderdaad om het meer of minder handig zijn om bepaalde verrichtingen uit te voeren. De invloed van de digitale wereld is echter enorm groot. Die gaat het al dan niet beheersen van een vaardigheid ver te boven.

Vooral voor kinderen en jongeren is internet een sociale ruimte, waarin ze met veel meningen en opvattingen worden geconfronteerd. Een belangrijk deel van de menings- en oordeelsvorming vindt plaats via digitale contacten. Internet is om die reden een van de invloedrijkste mede-opvoeders geworden. Onderzoekster drs. M. J. Groeneveld wijst er in haar publicatie ”De digitale wereld, een nieuwe kijk op leren?” op dat de mondig geworden kinderen hun ouders beïnvloeden bijvoorbeeld ten aanzien van hun koopgedrag. Ook constateert zij dat de waarden en normen waarop dat koopgedrag is gebaseerd, door de jongere generatie bepaald worden.

Dat ouderen jongeren op dit belangrijke aspect van het leven beschouwen als hun meerderen, is bedenkelijk. De gedachte dat de digitale wereld iets van de jeugd is, heeft vrijwel bij iedereen postgevat. Blijkbaar heeft deze gedachte een uitwaaierend effect naar andere sectoren van het leven.

Achterstand
Het is voor iedere lezer duidelijk dat dergelijke denkbeelden niet overeenkomen met Bijbelse opvattingen. In onze gezinnen, kerken en scholen is het Bijbelse waarden- en normenpatroon gezaghebbend. Dat biedt richtlijnen voor alle aspecten van het leven. Als het goed is wordt kinderen van jongs af geleerd dat ze op een kritische manier moeten omgaan met de computer en internet. Ze weten dat er gefilterd internet is. Dat is er niet voor niets.

Juist in het licht van de zinvolle mediaeducatie in de gezinnen en op school heeft het verschijnsel van de inverse opvoeding ook ons veel te zeggen. We moeten ons afvragen wat deze volledig nieuwe vorm van opvoeding met jongeren doet. Gezag hangt in de beleving van jongeren niet alleen samen met het ouder-zijn, maar het wordt versterkt als de oudere, dus ook vaak de opvoeder, de jongere op betekenisvolle wijze onderwijs geeft en daarmee inhoud geeft aan het leerproces.

Concreet betekent deze notie dat ouders geen computerachterstand mogen hebben ten opzichte van hun kinderen. Ik realiseer me goed dat dit bijna niet mogelijk is. De ontwikkelingen gaan bijzonder snel. Iemand van 25 jaar loopt tegenwoordig al achter bij 16-jarigen. Bij deze constatering moeten we ons echter wel de vraag stellen wat het betekent voor jongeren als ze dat vormende onderwijs voor een voor hen zo belangrijk aspect van hun leven maar ten dele en globaal ontvangen.

Inscherpen
Aan het begin van deze column schreef ik over het algemene verschijnsel van de opvoeding. Daarbij worden belangrijke waarden overgedragen. Ook de Bijbel spreekt daarover. In Deuteronomium 6 zijn de bekende verzen te lezen over de plicht om Gods geboden bij jongeren in te scherpen. Deze opdracht staat haaks op de inverse opvoeding.

Daarom hoort bij opvoeding ook een bewust leren omgaan met de digitale wereld. Als we die verwaarlozen, zoeken kinderen het zelf wel uit en leren ze -bewust of onbewust- ouderen. Het is immers niet meer de vraag óf, maar hóé onze kinderen met de digitale wereld omgaan.

De auteur is lid van het college van bestuur van het Hoornbeeck College en van het Van Lodensteincollege. Reageren aan scribent? goedbekeken@refdag.nl.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer