Dat heeft minister Verhagen donderdag geschreven in een brief aan de Tweede Kamer.De bewindsman is samen met de premier eind vorige maand enkele dagen in China geweest. Mensenrechtenexperts hebben hem daar gezegd dat „op het gebied van individuele godsdienstbeleving” de afgelopen dertig jaar „grote vooruitgang” is geboekt. Ze vertelden Verhagen ook dat huiskerken die zich niet laten registreren, iets meer ruimte lijken te krijgen, mede dankzij de aandacht van de internationale gemeenschap voor de huiskerken.

Verhagen heeft in China gesproken met huiskerkactivist Fan Yanfeng. Hij betuigde hem zijn respect voor zijn „moed en vastberadenheid.” Yanfeng en anderen zeiden ook dat de mensenrechtensituatie is verbeterd, maar dat er nog „aanzienlijke verbeteringen” nodig zijn. Intimidatie en arrestatie van mensenrechtenverdedigers komen nog steeds geregeld voor. Ze vroegen om blijvende aandacht van de internationale gemeenschap voor de mensenrechtensituatie in China.

De positie van huiskerkleiders noemt Verhagen in zijn brief een aanhoudend „punt van zorg.” Over een groep van tachtig huiskerkleiders die in maart zijn gearresteerd, meldt de minister dat een aantal vrij snel na hun arrestatie weer zou zijn vrijgelaten. Een onbekend aantal, onder wie Shi Weihan en Zhang Mingxuan, zit nog altijd gevangen. De EU blijft hun situatie „nauwlettend volgend” en zal „de positie van de huiskerkleiders onder de aandacht blijven brengen van de Chinese autoriteiten.”

De minister schrijft verder dat eind vorige maand een delegatie uit China in Nederland op bezoek is geweest om te praten over de plaats van religie in de samenleving. De Chinezen hebben kunnen zien welke plaats religie in de Nederlandse samenleving heeft en hoe Nederland met religie en godsdienstvrijheid omgaat. De secretaris-generaal van het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft de Chinese delegatie om opheldering gevraagd over de positie van huisgemeenten.