Te klein voor theologische luxe
Theologische samenwerking van gereformeerde kerken in Europa is noodzakelijk, maar in de praktijk blijkt dat de seminaries van de vaak zeer kleine kerken vooral gericht zijn op het opleiden van eigen predikanten. De ’luxe’ van theologische reflectie op abstract niveau ontbreekt.
Dat bleek donderdag tijdens een paneldiscussie over theologische samenwerking tijdens de Europese Conferentie van Gereformeerde Kerken (ECRC), een regionaal initiatief van de International Conference of Reformed Churches (ICRC). Vertegenwoordigers uit Riga, Kiev, Kampen en Belfast bespraken de mogelijkheden en onmogelijkheden van samenwerking en op welke punten die gestalte zou moeten krijgen.Ds. Alvis Sauka uit Riga waarschuwde voor theologieopleidingen als ivoren torens. „We leven nu in een postmoderne wereld, maar seminaries lijken nog te verkeren in de moderne tijd.” Ds. David Robertson uit Schotland hekelde het elitaire karakter van theologie. „Theologie moet weer terug naar de kerk en moet een zaak zijn van gewone mensen.”
Prof. dr. T. M. Hofman van de Theologische Universiteit van de Christelijke Gereformeerde Kerken in Apeldoorn (TUA) wees op het brede karakter van zijn universiteit wat de beroepsmogelijkheden betreft. De TUA heeft een aantal studenten die niet kiezen voor de gemeente, maar taken vervullen op het gebied van bijvoorbeeld onderwijs. Prof. dr. A. Th. L. de Bruijne van de Theologische Universiteit van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt heeft een gelijke ervaring op zijn universiteit. Hij stelde dat meerdere studenten niet weten of ze ooit in de gemeente voorganger willen zijn. „Dat is een zwakte van onze universiteit.”
Prof. dr. David McKay uit Belfast liet weten dat op zijn seminarie de meeste mensen pas op latere leeftijd theologie zijn gaan studeren. „Zij hebben meer levenservaring en weten beter hoe zij in de kerk willen gaan werken.”
Tim Keller
In Europa hebben de kerken in West en Oost elkaar hard nodig, zo stelden deelnemers uit beide regio’s. Hoe een wederzijdse bevruchting zou kunnen plaatsvinden, daarvoor zijn verschillende opties denkbaar, zoals bijvoorbeeld de oprichting van een Europees theologisch tijdschrift waarin de inbreng uit de verschillende regio’s een plaats kan krijgen.
Conferenties zijn nodig, stelde een vertegenwoordiger uit Kiev, maar het gevaar is „dat we enkele kilometers te hoog vliegen met mooie verklaringen op conferenties. Daarna moeten we weer terug naar de aarde en begint de worsteling om het hoofd boven water te houden in het harde, dagelijkse leven.”
Ds. C. Blenk, hervormd emeritus predikant in Lienden, noemde het opvallend dat in Nederland momenteel veel Amerikaanse auteurs vertaald worden, zoals Tim Keller. „Kunnen we Keller ook gebruiken in Amsterdam? Amerika is erg religieus, Europa is veel meer geseculariseerd. Kunnen we iets krijgen zoals we eerder gehad hebben met Lesslie Newbigin, die een diagnose van de Europese cultuur gaf? Wij hebben in Europa de Holocaust gehad, dat is denk ik het grootste verschil met Amerika.”
„ICRC werkt bewust in de marge"
SOEST - De ICRC werkt bewust in de marge, zegt dr. Peter J. Naylor, lid van het interim-comité van de ICRC. „We willen niet de rol van de kerkelijke vergaderingen overnemen.”
Dr. Naylor is ook secretaris van de Europese Conferentie van Gereformeerde Kerken (ECRC), die deze week in Soest haar vergadering houdt. Hij is als interim-comitélid eveneens betrokken bij de voorbereiding van de vierjaarlijkse internationale conferentie van de ICRC die in oktober 2009 zal plaatsvinden in Nieuw-Zeeland. Thema is ”De vitaliteit van het gereformeerde geloof”. De ICRC telt 23 lidkerken die ruim 1 miljoen leden vertegenwoordigen.
Hoe komt het dat de ICRC zo weinig van zich laat horen tussen de internationale conferenties door? „De kern van het werk van de ICRC ligt in de regio’s waar kerken samenkomen en zich bezighouden met onderwerpen die hen direct raken. Europa organiseert nu voor de tweede keer een conferentie, maar ik heb de indruk dat Europa langzamer op gang komt dan de derde wereld. Dat de kerk vooral in deze laatste wereld bloeit, heeft ook zijn weerslag op de conferenties die gehouden worden.”
Wat heeft u het meest aangesproken tijdens deze conferentie?
„Iets wat me vorig jaar ook al raakte: gereformeerde minderheidskerken die niets van elkaar wisten, komen nu voor het eerst in aanraking met elkaar en kijken hoe ze kunnen samenwerken. De eerste Europese conferentie vorig jaar had vooral een verkennend karakter. We hebben toen kennis met elkaar gemaakt. Nu is het een conferentie waarin de thema’s verder uitgewerkt worden.”
Welke thema’s?
„Vooral zending en kerkplanting, met name in gebieden waar het moeilijk is voor kerken. Landen als Engeland, Nederland, Duitsland en Zwitserland, waar de kerk vroeger gebloeid heeft, hebben nu te maken met een secularisatie die ongekend is. Daarom is deze Europese conferentie van groot belang. We steken elkaar een hart onder de riem, maar we gaan ook praktisch aan de slag om mogelijkheden van kerkgroei te bestuderen.”
Hoe de krachten te bundelen na deze conferentie? Deze week werd gesuggereerd een theologisch tijdschrift te beginnen.
„Ik vind dat te intensief. Beter is om een website op te zetten die meer flexibel is en alle initiatieven inventariseert. Dat we op dit pad verder moeten gaan, is zeker. Ik kijk met vele anderen uit naar de conferentie in 2010 in Edinburgh, waar we onze visie en kansen presenteren van zending en kerkplanting in het nieuwe Europa. De kerk loopt achter wat het nieuwe Europa betreft. Politiek zijn we nu een, maar kerkelijk hebben we nog amper iets gedaan aan de eenheid.”