Het Turkse parlement keurde in augustus een wet goed die radio- en tv-stations toeliet programma’s uit te zenden in regionale talen, zoals het Koerdisch. De verandering kon echter niet doorgevoerd worden vooraleer de officiële zenderinstantie de details had uitgewerkt. Fatih Karaca, hoofd van de zenderinstantie, verklaarde woensdag dat alleen de staatsmedia anderstalige programma’s mogen uitzenden, en niet de commerciële stations. Bovendien mogen de bewuste radioprogramma’s niet langer dan 45 minuten per dag duren met een maximum van vier uur per week. Voor de televisie geldt een duur van 30 minuten per dag en twee uur per week als grens. Het is nog niet duidelijk wanneer de uitzendingen in het Koerdisch van start zullen gaan.

De beslissing komt op een moment dat Turkije een actieve lobby voert voor toetreding tot de Europese Unie. Koerdische activisten hebben de regeling al veroordeeld door te stellen dat de beperkingen een schending van elementaire vrijheden zijn. „Dit is niet democratisch, dit is geen vrijheid”, zei Naci Kutluay, vice-voorzitter van de Turkse, pro-Koerdische Democratische Volkspartij. „Dit zal noch de Koerden, noch de EU tevreden stemmen.”

De kwestie over het uitzenden of het onderwijzen van het Koerdisch ligt extreem gevoelig in Turkije, dat de 12 miljoen Koerden in het land niet beschouwt als een minderheid en elke aanspraak op een aparte Koerdische identiteit veroordeelt als een poging tot etnisch separatisme.

Koerdische rebellen vochten vijftien jaar lang in het zuidoosten van Turkije tegen het leger. Daarbij vielen 37.000 doden, voornamelijk Koerden. Turkse conservatieven beweren dat het verlenen van taalrechten een beloning is voor de Koerdische guerrilla. Maar het was de EU die Turkije vroeg om meer minderheidsrechten toe te kennen en daarbij in het bijzonder wees op de Koerdische taal. Koerdisch spreken was tot 1991 verboden in Turkije.