Bekijk hierhet hele rapport.Dat betoogde CDA’er Oostlander woensdag bij de presentatie van het rapport ”Crossing Bridges” van het Wetenschappelijk Instituut van zijn partij over democratisering in het Midden-Oosten.

Hoofdconclusie van het rapport is dat religie een positieve invloed kan hebben op de politiek in het Midden-Oosten. Minister Verhagen van Buitenlandse Zaken, ook CDA’er, nam het rapport woensdag in ontvangst. Hij deelt de belangrijkste conclusie van het rapport, maar waarschuwde er tegelijkertijd voor dat religie -in dit geval de islam- niet misbruikt mag worden om af te dingen op het respect voor mensenrechten of bepaalde groepen -vrouwen- buiten het democratiseringsproces te houden.

„Het gaat er vooral om dat iedereen kan meedoen”, aldus Verhagen. „Religie mag geen monopolie hebben bij het bepalen van identiteit. Het mag dus nooit zo zijn dat iemand vanwege zijn overtuiging niet aan een gesprek kan deelnemen.”

Het CDA-rapport stelt dat een „areligieuze, verlichte houding een serieus obstakel” vormt voor westerse regeringen om islamitische landen en regimes in het Midden-Oosten te begrijpen. „Religie kan juist een brug vormen.” Westerse regeringen zouden godsdienstwetenschappers moeten inhuren en hun kennis moeten gebruiken bij de invulling van hun buitenlands beleid.

Oostlander pleitte er woensdag voor om met moslimlanden ook het gesprek aan te gaan over de sharia, islamitische voorschriften uit de Koran. Verhagen voegde daar aan toe dat de regels uit de sharia nooit een excuus mogen zijn om vrouwen te stenigen of homo’s te doden. De minister erkende dat de religieuze voorschriften uit de sharia inspiratiebron kunnen en mogen zijn voor wet- en regelgeving.