Nijmeegse Mariken ook in Turkije
Het zestiende-eeuwse verhaal van Mariken van Nieumeghen is in het begin van de negentiende eeuw in Oost-Turkije verspreid.
Dat heeft Herman Teule, hoogleraar oosters christendom, ontdekt toen hij een aan de Radboud Universiteit in Nijmegen geschonken stapel oude handschriften doorbladerde. Dat heeft hij woensdag bekendgemaakt.Teule herkende zinnen in het in oud-Syrisch schrift opgetekende verhaal. Hij was ruim een jaar op zoek om de oorsprong van deze Arabische versie van het Hollandse verhaal te achterhalen. De hoogleraar noemt de vondst opvallend, omdat christenen in het Midden-Oosten meer dan genoeg eigen legendes en volksverhalen hadden. Bovendien was het stadje Mardin, waar het handschrift is gemaakt, in die tijd vanuit Nederland gezien zo’n beetje het eind van de wereld, aldus Teule.
Mariken van Nieumeghen gaat over een meisje dat op de markt in Nijmegen door de duivel wordt verleid. Na zeven jaar feesten krijgt ze spijt en keert ze terug tot het christelijke geloof. Mariken heet in het Arabische verhaal Maryam, die in het land Jaldariyya (Gelre) woonde en door haar oom naar de markt in Num’aja (Nijmegen) werd gestuurd.
Teule ontdekte dat een Latijnse versie van het wagenspel uit 1515 in het Italiaans was vertaald. Een korte versie van het verhaal staat in een Italiaans boek dat in 1750 is verschenen. Van dat boek is in 1821 in Rome een Arabische vertaling gemaakt, die in het Midden-Oosten razend populair werd.
Het bijzondere handschrift zat in een stapel spullen die de Amsterdamse oud-hoogleraar Jan Sanders in 2007 aan de Nijmeegse universiteit schonk. Het werk is niet opvallend of rijk versierd. Daarom is Teule blij dat het 186 jaar lang bewaard is gebleven: „Bijna niemand kan het oud-Syrische schrift meer lezen. Daarom worden zulke papieren al snel als waardeloos bestempeld en weggegooid, ook in het land van herkomst.”
De hoogleraar gaat nu de rest van de stapel doorspitten.