Teleurstelling na vrijspraak verdachte aanrijding Arkel
Teleurstelling overheerst bij de ouders van slachtoffers en bij de schoolleiding van de Gomarus Scholengemeenschap nadat bekend is geworden dat de verdachte van een aanrijding in Arkel woensdag is vrijgesproken.
Een ouder van een van de slachtoffers noemt de uitspraak van het gerechtshof in een eerste reactie „teleurstellend. Je vraagt je op zo’n moment af wat er gedaan is met de dertig getuigenverklaringen. Na deze uitspraak sta je met lege handen. Van genoegdoening of vergelding lijkt geen sprake te zijn.”Algemeen directeur Chr. J. Flikweert van de Gomarus deelt de gevoelens van de ouder, maar heeft begrip voor de uitspraak van het hof: „Uiteraard is de vrijspraak van de verdachte teleurstellend voor de ouders, maar anderzijds heeft iedere verdachte recht op hoger beroep. Blijkbaar was er te weinig onomstotelijk bewijsmateriaal om de verdachte een straf op te leggen.”
De verdachte van de aanrijding op 14 september vorig jaar op de Vlietskade in Arkel, waarbij twaalf leerlingen van de Gomarus in Gorinchem gewond raakten, is woensdagmorgen door het gerechtshof vrijgesproken. Het hof acht niet bewezen dat J. van den D. uit Gorinchem onverantwoord hard heeft gereden. Het verliezen van de macht over het stuur en een onverwachte inhaalmanoeuvre van een inhalende vrouw voor in de fietsgroep kunnen volgens het hof ook zijn veroorzaakt doordat de leerlingen met meer dan twee fietsers naast elkaar reden, zonder dat de verdachte harder reed dan de plaatselijke situatie toeliet. Volgens een aantal getuigen was haar snelheid aan de hoge kant, maar deze indruk kan zijn beïnvloed door de ernst van het ongeluk dat is ontstaan, aldus het hof.
Het openbaar ministerie had een werkstraf van veertig uur en een rijontzegging van een jaar geëist, conform de uitspraak van de kantonrechter. Het OM deelde desgevraagd mee de uitspraak van het hof te gaan bestuderen. Volgens persadvocaat-generaal Kuipers zijn er niet veel mogelijkheden voor cassatie bij de Hoge Raad. „Het hof heeft een feitelijke uitspraak gedaan. Daar kun je het mee eens zijn of niet, maar de feiten zijn niet anders. De Hoge Raad is er niet voor bedoeld om deze opnieuw tegen het licht te houden. Het hoogste rechtscollege beoordeelt alleen de vraag of de rechtsgang zorgvuldig is verlopen.”