Zij beschuldigde Nathalie Venekamp er anderhalf jaar lang van dat haar bedrijf zich mogelijk schuldig maakt aan criminele activiteiten. In een vorige week verstuurde brief moet de hoofdstad echter toegeven dat dat onterecht was.

Venekamp exploiteert zeven panden met prostitutieramen. Volgens haar liet Amsterdam begin 2007 weten haar vergunning in te willen trekken. Uit onderzoek zou blijken dat die mogelijk werd misbruikt voor malafide praktijken. Haar vader en ex-partner zouden contacten hebben met de Amsterdamse onderwereld.

Amsterdam moet die beschuldigingen nu terugnemen. Dat gebeurt na flink wat juridisch gesteggel en nieuw onderzoek dat uitwees dat de aantijgingen helemaal geen hout sneden.

De nederlaag tegen Venekamp is een gevoelige omdat zij de laatste ondernemer is die nog prostitutiepanden exploiteert op het Oudekerksplein. De hoofdstad wil daar juist alle ramen sluiten. Dat is een van de speerpunten van het plan om het aantal seksbedrijven op de Wallen terug te dringen. Om dat te bereiken, trekt Amsterdam vergunningen in en koopt ze prostitutiepanden op.

Volgens Venekamp benaderde de gemeente ook haar vader, eigenaar van de panden die ze exploiteert, om die te kopen. Dat gebeurde toen Amsterdam er ook alles aan deed haar bedrijf te sluiten. „Dat lijkt bijna op afpersing."

De onderneemster vindt het ook vreemd dat uit de twee onderzoeken totaal verschillende conclusies zijn gekomen. Beide werden gedaan door het bureau Bibob, dat controleert of ondernemers vergunningen misschien misbruiken. Een woordvoerster van de gemeente stelt dat Amsterdam juist zorgvuldig te werk is gegaan door een nieuw onderzoek te doen en haar beschuldingen terug te nemen.