De maatregel, die voor drie maanden geldt, werd genomen nadat de krant een artikel had gepubliceerd waarin de journaliste, Cui Fan, de landbouwbank van China beschuldigt van valsheid in geschrifte. Volgens haar artikel maakte een filiaal van de bank in de provincie Hunan officiële zegels na om 4,6 miljard yuan aan dubieuze tegoeden weg te werken.In een telefoongesprek vanuit Peking zei de 31-jarige Cui dat zij tot de stap heeft besloten omdat zij de maatregel van de overheid oneerlijk vindt tegenover haarzelf en haar collega’s van de China Business Post.

Het verschijningsverbod, dat inging op 8 september, werd opgelegd door het Bureau voor Pers en Publicaties in Binnen-Mongolië. De Business Post, die daar is geregistreerd, is eigendom van de staat, maar wordt gerund door een particulier bedrijf. De krant heeft een oplage van ongeveer 400.000.

Het is zeer ongebruikelijk dat de macht van de Chinese staat over de pers wordt betwist. De advocaat van Cui zei dat het bij zijn weten nooit eerder is gebeurd. De aanklacht is gebaseerd op officiële Chinese persvoorschriften, zei hij. Daarin staat dat de regering het recht heeft de distributie van een bepaalde editie van een krant te verbieden, maar niet om een verschijningsverbod voor een bepaalde periode op te leggen.

De stap van Cui laat zien, aldus advocaat Zhou Ze, „dat mensen in de media het steeds minder pikken als bestaande wetten niet worden nageleefd bij het toezicht op publicaties.”

Cui maakte de zaak aanhangig in Hottot, de hoofdstad van Binnen-Mongolië. Een rechtbankfunctionaris daar zei dat al min of meer is beslist niet tot behandeling over te gaan. Advocaat Zhou zei daar ook niet op te hebben gerekend, „de huidige juridische omstandigheden kennende. We willen gewoon ons standpunt uitdragen dat we geen illegale, onterechte supervisie over onze publicaties accepteren.”