Het Colombiaanse leger is onderwerp geworden van een groot schandaal, waarbij officieren ervan worden beschuldigd uit blinde ambitie tientallen burgers te hebben vermoord om de aantallen gedode rebellen groter te doen lijken. Montoya zou systematisch die officieren hebben bevorderd wier eenheden de meeste slachtoffers maakten onder linkse opstandelingen. Volgens mensenrechtenorganisaties zijn ten gevolge van dat beleid mogelijk honderden burgers omgebracht van wie vervolgens werd gezegd dat zij rebellen waren van de extreem linkse FARC.De regering heeft afstand genomen van het beleid. President Alvaro Uribe ontsloeg vorige week al twintig officieren, onder wie drie generaals, omdat zij zouden hebben nagelaten zulke praktijken te voorkomen of grondig te onderzoeken.

Het bekendste geval is dat van elf mannen die begin dit jaar verdwenen uit een arme voorstad van Bogota. Hun lichamen werden later ontdekt in een gezamenlijk graf in een conflictgebied, honderden kilometers verderop.

De 59-jarige Montoya trad in 2006 aan als bevelhebber van het Colombiaanse leger. Hij kreeg lof voor de wijze waarop hij het aantal ontvoeringen in grote steden wist terug te dringen, al zeggen critici dat het platteland er alleen maar gevaarlijker op is geworden. Montoya verwierf internationale bekendheid door de militaire operatie waarbij op 2 juli Ingrid Betancourt en veertien anderen uit handen van de FARC werden bevrijd. Niettemin werd zijn beslissing om zijn ontslag in te dienen door mensenrechtenorganisaties toegejuicht.