„In een schip ligt soms 80 kilometer kabel”
Aan de volksuniversiteit volgt hij lessen Chinees. ”Chinees? Een makkie!”, heet het studieboek. Op kantoor krijgt hij van een werkneemster twee uur per week bijles. Directeur Martin den Breejen van Installatiebouw Van der Leun: „We worden steeds internationaler. Chinees is geen makkelijke taal, maar ik leer wel wat. Ik wil tegen zakelijke relaties in elk geval goedemorgen kunnen zeggen.”
Van der Leun houdt zich vooral bezig met het maken van elektrische installaties op schepen, met name baggervaartuigen. Daarnaast heeft het bedrijf een afdeling die plaat- en constructiewerk produceert en een poot die elektrische installaties op het droge maakt.Het Sliedrechtse bedrijf werd opgericht in 1912 door Jan Cornelis van der Leun. Toen verving de firma straatverlichting die op gas brandde door elektrisch licht. Den Breejen: „Later ging Van der Leun ook lampen en radio’s verkopen. Het duurde tot de jaren dertig voor de scheepsbouw in het vizier kwam.”
In 1952 kwam de vader van Martin den Breejen bij Van der Leun werken als monteur. Uiteindelijk nam die het bedrijf in 1962 met twee collega’s over van twee zonen van de oprichter. „In die tijd kwam er steeds meer elektronica op baggerschepen. Het ging begin jaren zestig niet goed met Van der Leun. Het kwam zelfs voor dat er ergens kabels moesten worden gelegd terwijl die niet eens in voorraad waren. Door afvalkabels aan elkaar te knopen werd de klus geklaard.”
Eind jaren zeventig begaf Van der Leun zich op het internationale pad. Tot halverwege de jaren tachtig floreerde het bedrijf. „Er werkten toen zo’n 120 mensen bij ons. Door een moeilijke periode in de Nederlandse scheepsbouw liep dat terug tot de helft.”
Sinds 1996 trekt Martin den Breejen de kar. „Het liep toen nog niet goed. Ik ging op mijn knieën naar scheepsbouwer IHC om opdrachten te krijgen. Dat lukte. Inmiddels hebben we een verkoopvestiging in China en begonnen we met activiteiten in Brazilië en Maleisië.”
Van der Leun heeft ruim honderd medewerkers in dienst, daarnaast huurt hij dertig krachten in. Den Breejen: „Veel werk heeft plaats op schepen die op werven over de hele wereld worden gebouwd. Onze mensen doen drie keer zo veel werk aan boord als hier in onze loods. Op sommige schepen ligt wel 80 kilometer kabel. Het kost duizenden uren om die aan te leggen.”
Veel last van concurrentie heeft Den Breejen niet, zegt hij. „Er is eigenlijk maar één bedrijf dat gelijkwaardig is in kwaliteit.” De kosten die Van der Leun gemiddeld in rekening brengt voor de aanleg van een hele elektrische installatie op een schip belopen zo’n 3 miljoen euro. „We hebben een orderportefeuille van ruim 40 miljoen euro. Tot 2011 is die goed gevuld.”
Veel last van economische teruggang heeft Van der Leun niet, stelt de hoogste baas. „Er blijft altijd baggerwerk. Overheden en grote baggerbedrijven hebben niet zo veel last van een zwakkere economie. Als het minder goed gaat, merkt de scheepsbouw daar meestal na een jaar of drie pas wat van.”
Den Breejen voorziet wel een verschuiving van scheepsbouw naar landen met minder dure arbeid. „De kwaliteit van schepen die nu in China worden gebouwd is nog niet zo hoog als in Nederland. Als dat verschil verdwijnt, zal de productie daar toenemen. Van der Leun heeft er nu al een goede naam. China heeft veel goedkopere arbeid en is een grote afzetmarkt.”
Hoewel Van der Leun niet gebonden is aan Sliedrecht wil Den Breejen er niet weg. „De arbeidsmoraal is hier goed. De Alblasserwaard is een religieuze streek. Mensen hebben hier vrije tijd naast hun werk. Verder naar het westen is dat andersom.”
In een vitrine buiten de werkkamer van Den Breejen staat een model van een grindhopperzuiger, die Van der Leun in 1998 van elektrische installaties voorzag. „Er zit enorm veel elektronica in zo’n schip verwerkt. Het hele zuigsysteem is elektronisch te bedienen. We hadden in 1998 lang niet meegewerkt aan de nieuwbouw van een schip. Daarom kocht ik dit model. Dat kostte tussen de 8000 en 9000 euro.”
In de werkplaats worden schakelkasten in elkaar gezet. De energie komt daarin binnen en wordt verdeeld over het schip. De stroom loopt niet door simpele draadjes: koperen platen van 10 centimeter dikte transporteren de elektriciteit. „We zijn nu bezig met een groot schip. Met de stroom die het gebruikt kan een redelijk dorp van elektriciteit worden voorzien.”