Catastrofe dreigt voor lokale vissers
Een catastrofe dreigt aan de Spaanse noordkust nu het zwarte spul van de tanker Prestige op de Galicische kusten slaat. In Galicië zitten 4000 vissers tijdelijk werkloos thuis, net als 28.000 mensen in de visverwerkende industrie.
De afgelopen dagen was het schip door het Maassluisse bergingsbedrijf Smit zo ver mogelijk de zee op gesleept, zodat het 244 kilometer uit de kust lag. Helemaal fout, roepen de bewoners van de kust. Daardoor is het gevaar van een ramp nog veel groter geworden. Als het schip aan land was vastgezet, had men de olie eruit kunnen tappen en was de schade minder geweest.
Nu is het maar weer afwachten wat de vloed brengt: opnieuw een laag dikke olie? De prachtige kust is in ernstig gevaar. De stank van de olie is ziekmakend. Mensen die in het zeewier prikken, prikken in een vettige, smeerachtige, zwarte drab. Vogels lijden, van de meeuw tot de aalscholver. De vernietiging is begonnen. Niemand weet hoeveel olie er nog zal komen.
Militairen en reddingsteams werken samen om de olie van het strand te houden. De regering worstelt met een crisis die miljoenen zal kosten en de kostwinning van duizenden gezinnen bedreigt. Maar de mensen zelf zijn daarvan niet onder de indruk. Ze voelen dat de Spaanse regering niet tijdig handelde. Ze vragen zich af waarom de tanker zo nodig nog verder de zee op werd gesleept. Dit zou het gevaar van een ramp alleen maar groter doen worden.
In de kleine plaatsen liggen de vissersboten aan wal. Visserij is verboden tot nader bericht. Het zou anders een druk seizoen kunnen zijn voor krab en schaaldieren. Duidelijk is dat de aangespoelde olie grote gevolgen heeft voor de lokale economie.
De Spaanse autoriteiten hebben de visserij langs de 100 km lange kustlijn van Roncudo tot Kaap Tourinan opgeschort. Vissers krijgen een financiële compensatie, zo is beloofd. Heel veel dorpen langs de kust zijn afhankelijk van de visserij, die bekend is vanwege de schaal- en schelpdieren, octopus en krab. „Dit is een ramp voor het hele dorp. Het zal hele gezinnen ruïneren”, aldus de gepensioneerde visser José Carrapero.
Ecologen, militairen en vrijwilligers zijn massaal naar de Galicische kust getogen om zeevogels te redden. Ze ontdoen de vogels van het zwarte kleverige spul dat al op de veren zit. Ook proberen ze de 100 km lange kustlijn zo goed en zo kwaad als dat gaat schoon te houden van de smurrie. Tientallen inhammen en baaien zijn al aangetast, van Kaap Finesterre tot de stad La Coruña. Luchtfoto’s laten alarmerende beelden zien. Zo ligt er een metersbrede zwarte laag op het strand bij de stad Barranan in Spanje.
Spanjes noordwestelijke kust staat bekend als de Kust van de Dood vanwege de vele schipbreuken die hier voorkwamen. De ergste was in 1992 toen de Griekse tanker Aegean Sea 74.000 ton ruwe olie verloor en het op de klippen liep bij La Coruña.
Over de effecten van de olievervuiling op de lange termijn wordt volop gedebatteerd. Sommigen stellen dat dieren en vogels tot vele jaren na een ramp blijvend zijn beschadigd. Andere menen dat de natuur weerbaarder is en zich sneller herstelt. Volgens de een kampen otters en andere dieren bijna 12 jaar na de teloorgang van de Exxon Valdez in Alaska, 1989, nog steeds met de gevolgen van de olieramp. Dat was wel niet de grootste olielozing, maar ze richtte wel de meeste schade aan het milieu aan.