Fouten bij bevalling komen zelden openbaar
Fouten die medici maken bij bevallingen komen zelden aan het licht. Dit stelde officier van justitie C. Hermans donderdag voor de rechtbank in Amsterdam in de strafzaak tegen de 53-jarige voormalig gynaecoloog D. K. van het streekziekenhuis in Hilversum.
K. stond terecht wegens dood door schuld. Door zijn inschattingsfouten zou in juni 1998 een baby bij de bevalling zijn overleden. Volgens Hermans is het uitsluitend aan de grootvader van het jongetje –hij was huisarts– te danken dat de zaak aan het licht is gekomen. Hermans wijt dit aan het feit dat het in de medische wereld gebruikelijk is een verklaring van natuurlijk overlijden in te vullen als een kindje bij de bevalling overlijdt.
De zwangerschap van de 33-jarige vrouw uit Hilversum verliep probleemloos. K. werd erbij geroepen toen de bevalling in het streekziekenhuis stagneerde. Hij deed een proeftractie om te beoordelen of de bevalling met een vacuümpomp kon worden gedaan. Het Medisch Tuchtcollege oordeelde eerder dat K. op basis daarvan had moeten besluiten tot een keizersnee, maar de gynaecoloog zette de vacuümpomp in.
Het middel had geen succes en dus had K. alsnog moeten overgaan tot een keizersnee, aldus het tuchtcollege. Hij ging echter over tot het inzetten van de zogeheten Boerematang. Pas toen dit geen soelaas bood, besloot K. tot een keizersnee, maar toen het jongetje ter wereld kwam, bleekhet te zijn overleden.
De grootvader schrok van het uiterlijk van zijn kleinzoon en drong aan op verdere stappen. Sectie wees uit dat het kindje waarschijnlijk is overleden door het indrukken van de schedel. Dit zou het gevolg zijn van het te veel kracht uitoefenen met de Boerematang.
De moeder van het jongetje zei op de zitting dat er in deze zaak alleen verliezers zijn, maar zij en haar man maken zich ernstig zorgen over de wijze waarop de medische wereld met fouten omgaat. „Ons bekruipt het gevoel dat wij dit nooit hadden geweten als wij in geen arts in de familie zouden hebben gehad."
Incidenten
Tijdens de rechtszitting bleek dat persoonlijke omstandigheden het handelen van K. beïnvloedden. Om welke omstandigheden het gaat, is niet duidelijk. De voorzitter van de rechtbank zei de rapporten hierover te kennen, maar behandelde deze niet tijdens de openbare zitting. Ook zouden zich eerder incidenten hebben voorgedaan die bij het Medisch Tuchtcollege zijn aangekaart.
Volgens dat college is K. ernstig tekortgeschoten in de medische zorg. K. kreeg een voorwaardelijke schorsing van een jaar opgelegd. Hij werkt niet meer als gynaecoloog, maar volgt een verkorte opleiding tot huisarts.
De officier van justitie vindt dat K. niet meer als gynaecoloog aan het werk kan. Nu K. hiertoe zelf al heeft besloten, eiste de officier alleen een schuldigverklaring zonder strafoplegging.
De rechtbank doet op 20 december uitspraak.