Het gaat zowel om de landen die verenigd zijn in de OPEC als de landen die dat niet zijn. Zij willen voorkomen dat de prijzen nog verder zakken. De olieprijzen zijn de afgelopen maand met 25 procent gedaald en bereikten afgelopen vrijdag met 18,54 dollar het laagste niveau sinds twee jaar. Dat is ver onder de bandbreedte die de olielanden hebben afgesproken. Die ligt tussen 22 en 28 dollar per vat.

De OPEC, de organisatie van elf olie exporterende landen, wil dat ook niet–leden (onder meer Rusland, Mexico, Oman en Noorwegen) meewerken de afgesproken prijs te handhaven, bijvoorbeeld door de productie te verminderen. Saudi–Arabië en Iran, de twee grootste OPEC–olieproducenten, hebben de landen die geen lid zijn van het kartel al eerder deze week daartoe opgeroepen.

Ook Irak riep ertoe op de olieproductie met 1 miljoen vaten per dag terug te brengen. Het land is niet aan de OPEC–afspraken gebonden in verband met sancties van de Verenigde Naties. De overige tien leden van de organisatie hebben hun productie het afgelopen jaar al met 3,5 miljoen vaten per dag teruggebracht om de prijs op peil proberen te houden.

Rusland, Mexico, Oman en Kazachstan hebben al toegezegd de bijeenkomst eind deze maand bij te wonen. Noorwegen zal verstek laten gaan.